Leendert Jan Hofland (rechts) bestudeert de metingen. Een paard kan immers niet zelf zeggen waar de pijn zit.
Leendert Jan Hofland (rechts) bestudeert de metingen. Een paard kan immers niet zelf zeggen waar de pijn zit. Foto: Marlien van Leeuwen

‘Ik zie aan de lichaamstaal wat het paard mankeert’

Interview

BODEGRAVEN - Als 5-jarig ventje ging Leendert Jan al met zijn vader, dierenarts Gerrit Hofland, bij de boeren langs. Als 7-jarige kende hij ze allemaal bij naam en wist ze te wonen, wat goed van pas kwam als hij met de assistenten meereed als zij visites aflegden. Dat een van die dierenartsen in opleiding jaren later zijn hoogleraar aan de faculteit Dierengeneeskunde in Utrecht zou worden, had niemand kunnen voorzien.

door Marlien van Leeuwen

Doorgaans waren de boerderijdieren in de ochtend aan de beurt. “Dan droeg mijn vader zo’n stofjas,” vertelt Leendert Jan, “en ik droeg zo’n zelfde stofjas met grote zakken erop. Daar zat medicatie in die ik kon aangeven als dat nodig was. Omdat ik zo vaak meeging, wist ik welke injectie bij welke handeling hoorde.” Het aandachtige observeren leerde hem ook dieren lezen, maar daar later meer over.

Eerst eten, daarna een status

Gerrit Hofland begon zijn praktijk in 1962. 17 jaar na de oorlog lag de prioriteit vooral bij een bestaan opbouwen, eten op de plank. Dieren hadden een lagere status dan mensen. Dat waren de jaren dat huisdieren beschermd moesten worden tegen onderbehandeling. 50 jaar later moeten dieren eerder beschermd worden tegen overbehandeling. Leendert Jan heeft het in de ruim 30 jaar dat hij afgestudeerd dierenarts is allemaal voorbij zien komen.

Passie voor paarden

Zijn ouders dachten dat zijn fascinatie voor paarden wel over zou overwaaien toen hij aangaf te willen ponyrijden. “Een jaar lang ging ik elke dag bij de manege kijken. Daar kwamen ook paarden afkomstig van het boerenbedrijf. In de pauzes van die paarden mocht ik dan één of twee rondjes op zo’n paard rijden. Als ze met de ruiters over de weg weer naar huis gingen, mocht ik voorop op de hals zitten en bij de rand van Bodegraven stapte ik weer af.” 

Ook na dat jaar bleef Leendert Jans fascinatie. “De eerste keer dat ik op een pony reed was ik bang. De tweede keer viel ik eraf. Daarna ging het steeds beter. Zo leerde ik het gedrag van het dier lezen, het gevaar onderkennen en mijn gedrag daarop aanpassen.”

Techniek vs emoties

In de grote operatiekamer hangt een enorm beeldscherm. Met grote precisie kan Leendert Jan door de camera in de kleine apparatuur inwendige operaties uitvoeren. Aan de muur hangen een aantal tubes voor de beademing tijdens de operatie. Een dikte van een slang van een brandhaspel is een aardig vergelijk. Maar voor het zover is, moet het paard staande onder narcose gebracht worden. Met een takel die 4000 kilo aankan wordt het bewusteloze dier naar de operatietafel getakeld. Na afloop volgt het dezelfde weg terug, om met behulp van banden zo snel mogelijk weer op de benen gezet te worden, want lang onder narcose liggen is slecht voor de spieren. Tijdens die chirurgische handelingen is Leendert Jan vooral technisch bezig. “Dat heeft niets met de mindset van het dier te maken.”

Als Leendert Jan ’s avonds nog even door de stallen loopt, speelt emotie juist wel een grote rol. “Ook als ik gedachteloos rondloop, merk ik het intuïtief toch als er een niet lekker is. Dan loop ik nog even terug naar het dier en probeer aan de lichaamstaal te achterhalen wat er aan de hand is. Een paard kan niet vertellen hoe het zich voelt. Aan de ogen, de mimiek van het hoofd en de stand van de oren of de staart kom ik veel te weten. Als een paard met zijn benen schraapt, kan dat betekenen dat het ongeduldig is. Maar ook dat het pijn heeft.” 

Aan de manier waarop kan Leendert Jan zien wat er gaande is. “Datzelfde geldt voor het rollen van een paard. Soms doen ze dat omdat ze vrolijk zijn, maar het kan ook zijn dat ze koliek hebben, wat weer levensbedreigend kan zijn. Eigenaren sturen mij soms filmpjes toe waaruit ik meestal al kan opmaken wat er aan de hand is.”

Nationaal en internationaal

Leendert Jan houdt zich als dierenarts ook bezig met de nationale en internationale paardensport. Zowel tijdens de evenementen als erna, dus er heerst nu topdrukte met de Olympische Spelen in aantocht. Leendert Jan: “Als internationale dierenartsen houden we ons ook bezig met vraagstukken als ‘welke positie heeft het paard in de maatschappij?’. Is het superieur, gelijk of ondergeschikt aan de mens? We zijn geneigd dieren menselijke eigenschappen toe te dichten en je kunt je afvragen of dat in het belang van de dieren is. Wat voor mij een maatstaf gevende stelling is, is ‘wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook uw paarden niet’.”

Advertentie

Categorieën