Op deze foto is te zien dat het plafond was verwijderd, zo kreeg de hulpkerk ook meer uitstraling
Op deze foto is te zien dat het plafond was verwijderd, zo kreeg de hulpkerk ook meer uitstraling

De katholieke hulpkerk

Algemeen

Herinneringen uit Bodegraven-Reeuwijk

In deze rubriek wordt verteld over vroeger én nu. De verhalen geven een kleurrijk beeld van onze dorpen, beroepen, familiebelevenissen, activiteiten en evenementen. In deze aflevering: de katholieke hulpkerk

Reeuwijk - De officiële notarisstukken liggen op tafel bij Arnold en Corrie Moons aan de Zoutmansweg. Inmiddels is de nummering van de Zoutmansweg veranderd en de loods achter hun woonhuis is niet meer in de hoedanigheid van hulpkerk in gebruik. Ten tijde van de ondertekening, 1 november 1945, lag dat allemaal anders. Neem alleen al de huur: vier gulden per week; per drie maanden vooruit te betalen. Maar dat de majestueuze kerk op Reeuwijk-Dorp te klein zou zijn voor de wekelijkse kerkgangers, is niet meer voor te stellen. Er werd ook nog niet over Reeuwijk-Dorp en Reeuwijk-Brug gesproken, simpel omdat de gemeente Reeuwijk enkel uit lintbebouwing bestond.

De Rooms-katholieke kerk was in die naoorlogse tijd altijd goed bezet. Zo goed dat er een hulpkerk bij moest komen. Die werd gevonden aan de Zoutmansweg. Achter het woonhuis (met dat torentje) stond een grote schuur waar voorheen likeur werd gestookt. Het geheel werd omgetoverd tot een kerk waar zo'n 100 tot 150 katholieken in konden. De rijksweg was de denkbeeldige scheiding. Woonde je aan de kant van het Dorp, dan ging je daar naar de H.H. Petrus en Paulus. En inwoners aan de andere kant, uit het plassengebied en Gouda-Noord gingen naar de hulpkerk. De banken waren gemaakt van voormalige kaasplanken. Op de achterwand had mevrouw Jansen de Calvarieberg geschilderd (Latijnse naam voor de berg van Golgotha). Op de tafel stond het kofferaltaar, een grote vierkante koffer met aan de voorkant twee openslaande deurtjes. Wanneer ze openstonden, was de afbeelding van een heilige te zien. Arnold vertelt: "Op die koffer stond een vaas met bloemen. Als het even mis ging, wankelde het geheel en kwam alles naar voren. Later kwam er dan ook een vast altaar."

Gezellige bedoening

Het houten portaal aan de schuur waar de kerkgangers binnenkwamen, is er inmiddels niet meer. De sacristie, aan de zijkant uitgebouwd, is nog intact, evenals de ruimte van de biechtstoel. Boven op het dak was een kerkklok gebouwd. Arnold: "Het was een mooie tijd. Altijd een volle kerk en onderling was het zo gezellig en gemoedelijk. Hiernaast woonde Klaas van Leeuwen, hij was organist. Zijn zoon Kees was de dirigent van het koor en Janus Blom was koster. Mijn moeder Jaantje Moons-van Leeuwen verzorgde de bloemen in de kerk en op zondag het ontbijt voor de pastoor en de paters passionisten uit Haastrecht. Haar broer Gerard was penningmeester. Uiteraard was ik samen met mijn tweelingbroer Leo misdienaar."

Oude stempel

Henk den Dijker, eigenaar van het taxibedrijf dat Reeuwijk rijk was, haalde de pastoor op vanuit de pastorie op het Dorp en reed hem naar de hulpkerk. De paters passionisten uit Haastrecht namen ook een deel van de missen voor hun rekening. Moeder Jaantje zorgde voor het ontbijt ná de mis. Voor de mis uit werd niet gegeten, de pastoor begon dus nuchter aan de mis, evenals een deel van de kerkgangers (die regel zou overigens niet lang stand houden). Elke zondag waren er twee missen in de ochtend. En elke mis zaten de banken vol. Iedereen was vanzelfsprekend plichtsgetrouw. Als één van de passionisten voor ging, dan vond het consacreren van de hosties in de kerk op het Dorp plaats en vervolgens werden ze door de kapelaan op de fiets meegenomen. Ook de paters passionisten kwamen op de fiets naar de hulpkerk. Maar de pastoor werd gereden, met een taxi.

Patroonsfeest van de kerk

Op 15 augustus werd het patroonsfeest van de kerk gevierd. ''Dan leende ik de bakfiets van Theo Groenendijk om het zilverwerk uit de kerk op te halen. De zilveren bellen, de kandelaars, het misboek en het kruisbeeld, allemaal in de bak van de fiets. Bij Stoppelenburg op de Nieuwdorperweg haalde ik de bloemen. Moeder Jaantje versierde met die bloemen de hele kerk. Hier in de kerk stonden standaard twee beelden, die van Maria en het Heilighart beeld.''

Donderpreek

Pater Everardus Zwanenburg was één van de paters passionisten uit Haastrecht. Samen met zijn broer, broeder Justinus, kwamen zij regelmatig hier preken. "Pater Everardus had een stevig postuur en zijn stem deed daar niet voor onder. Het moet rond de vastentijd geweest zijn dat hij nogal stevig kon prediken." De zogenoemde donderpreek? Arnold en Corrie knikken bevestigend. Maar dat lag meer aan zijn stem dan de inhoud. Want de inhoud werd in die tijd niet kritisch bekeken. Als een geleerd man sprak, kon dat niet anders dan de waarheid zijn. Arnold: "Na afloop van de mis zaten we hier bij een brandend potkacheltje na te praten. Zoveel bekenden, iedere week bleven er wel een aantal na afloop een kopje koffie drinken. Het was altijd zó gezellig. Niet alleen dat, de kleinschaligheid maakte ook dat het intiem was, de saamhorigheid was groot en iedereen hielp als dat nodig was."

Tekst: Marlien van Leeuwen

De hulpkerk toen deze net in gebruik was, nog met een laag plafond

Advertentie

Categorieën