Afbeelding

Herinneringen aan notaris E.J. Everts

Algemeen

Van A.M. de Jong

Bodegraven - Het Evertshuis is vernoemd naar oud-notaris E.J. Everts. Zonder de grote schenking van de notaris (gedeeltelijk postuum) was het sociaal-cultureel centrum nooit tot stand gekomen. Maar die schenking was niet vanzelfsprekend. A.M. de Jong, voormalig gemeentesecretaris bij de gemeente Bodegraven, was nauw betrokken bij de gift. De onverwachte gulheid van de heer Everts en de moeizame manier waarop de schenking tot stand kwam, herinnert hij zich nog goed. Hieronder zijn verhaal.

Op maandagmorgen 9 augustus 1982 werd ik gebeld door oud-notaris E.J. Everts. "Ik wens u te spreken," zei hij. En wel direct, hoorde ik in zijn intonatie. Waarover het gesprek zou gaan, wist ik niet. Everts arriveerde stipt en kwam snel ter zake. "Ik heb altijd hard gewerkt, spaarzaam geleefd en ik ben niet geheel onbemiddeld. Nu word ik ouder en wil ik een schenking doen voor een goed doel. Ik heb altijd zeer prettig in Bodegraven gewoond en gewerkt. Kan de gemeente geen schenking gebruiken?"

De vraag kwam als een donderslag bij heldere hemel. "Jawel," antwoordde ik enigszins beduusd, "er zijn diverse projecten in voorbereiding waarvoor een schenking van pas zou komen. Maar een bijdrage aan de vernieuwing van de riolering was vast niet wat u in gedachten had…" Er stonden ook enkele projecten op stapel in de sfeer van cultuur en sport. Wat aarzelend voegde ik eraan toe: "Voor de keus van de bestemming is het wel van belang om welk bedrag het gaat."

Everts wond er geen doekjes om: "Ik denk aan een aandelenpakket, bij de huidige beurskoers in de orde van 250.000 gulden." Mijn oren klapperden van dit bedrag. Een kwart miljoen gulden? Dit ging mij boven de pet. Hier moest de burgemeester bij betrokken worden. Die was onmiddellijk beschikbaar en na een geanimeerd gesprek beloofde Everts de schenking daadwerkelijk te doen. Spoedig zou hij schriftelijke bevestiging geven. Intussen boog het college zich over de bestemming: een sociaal-cultureel centrum.

Omdat Everts liever niet wilde dat zijn schenking bekend werd, werd het ontwerp-voorstel niet gepubliceerd. Hij was erg bescheiden, maar ook bang dat het nieuws een overval zou uitlokken. Hij was immers 'een alleenwonende oude man bij wie wel geld te halen zou zijn'. Toch werd ik half augustus benaderd door een journalist van Dagblad Rijn en Gouwe. Zij vroeg mij of het waar was dat Everts de gemeente een schenking van een kwart miljoen gulden had gedaan. Ik wilde het bericht niet ontkennen, maar vroeg de journalist dringend om van publicatie af te zien om persoonlijke redenen. Daar wilde zij niets van weten. "Ik ben journalist, geen maatschappelijk werker," was het bitse antwoord. "Dan heb ik nu voor het laatst met u gesproken", antwoordde ik.

Einde telefoongesprek.

Op 20 augustus verscheen het bericht prominent op de voorpagina van Rijn en Gouwe. Everts reageerde meteen. Verontwaardigd zag hij van zijn schenking af. Een maand later kwam hij er gelukkig gedeeltelijk op terug. Hij deed een schenking van 125.000 gulden. Begin maart 1987, bijna vijf jaar na de schenking, hoorde ik dat Everts was opgenomen in het ziekenhuis in Woerden en ik besloot op bezoek te gaan. Everts' oude gestel had het zwaar, maar hij bleek nog zeer helder van geest. Hij was zich ervan bewust dat zijn einde naderde. We spraken lang over zijn levensloop en wat er zou volgen. Op dinsdagavond 10 maart besloot ik voor een tweede keer op bezoek te gaan. Toen ik de gang naar zijn ziekenkamer inliep, wachtte een verpleegkundige mij op. Everts was die middag overleden.

De volgende dag zat ik bij een bespreking over de bouw van een sociaal-cultureel centrum op de plek van de voormalige bedrijfspanden van N.V. Turkenburg's Koninklijke Zaadhandel. Wethouder Meijers, die dit project in zijn portefeuille had, stond voor een harde dobber. Het ontwerp dat voor hem lag was functioneel, planologisch en technisch uitvoerbaar, maar… had een gat in de begroting van drie miljoen gulden. Meijers teleurstelling was groot. "Dit sociaal-cultureel centrum kan ik wel vergeten. Of er moet een klein wonder gebeuren," verzuchtte hij.

Ik keerde huiswaarts en kort nadat ik door de voordeur was gekomen, klonk de telefoon. Het was Ton van Niekerk, directeur van de Rabobank. Als executeur-testamentair van wijlen Everts vroeg hij aan te schuiven bij de vergadering van Burgemeester en Wethouders. Everts had – afgezien van enkele legaten – de gemeente Bodegraven als enige erfgenaam aangewezen. Zijn nalatenschap bevatte een aandelenportefeuille geschat op - ik hield mijn adem in - 2,5 miljoen gulden. Het was geschonken zonder voorwaarden, sterker nog, het moest gepaard gaan met zo min mogelijk publiciteit. Verbeeldde ik me dat wethouder Meijers had geroepen om een klein wonder?

In juli 1987 werd Meijers plan voor het sociaal-cultureel centrum gepresenteerd, inclusief het gapend gat in de begroting. Voorzichtig werd geopperd dat de schenking en nalatenschap van Everts hier een mooie bestemming zou kunnen vinden. En zo geschiedde. Op 28 februari 1989 besloot de gemeenteraad ten slotte het nieuwe sociaal-culturele centrum te vernoemen naar de grote, maar bescheiden geldschieter van het project. Het Evertshuis was een feit.

Heeft u ook nog herinneringen aan de heer Everts of kent u iemand die nog met Everts contact heeft gehad? In het kader van het 30 jaar jubileum is het Evertshuis op zoek naar zoveel mogelijk van deze verhalen. Neem contact op via info@evertshuis.nl Als u in het onderwerpveld aangeeft dat het "Notaris Everts' betreft, dan komt u opmerking bij de juiste persoon terecht.

Advertentie

Categorieën