Ook Engelse Spitfire´s neergestort.
Ook Engelse Spitfire´s neergestort.

Verhalen uit het archief door Cock Karssen: Hulp piloten neergestorte vliegtuigen

Algemeen

Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn er diverse vliegtuigen van de geallieerden neergestort in onze polders. Naast hulp van het Bodegraafse Rode Kruiskorps, dat in 1938 was opgericht, hebben ook burgers zich ingespannen om de piloten die de crash hadden overleefd, te redden en te verzorgen.

In de nacht van 11 op 12 juli 1943 stortte een Australische Lancaster bommenwerper brandend neer in de polder van Gravekoop. Zeer waarschijnlijk was het toestel geraakt door een Duitse nachtjager. Het toestel kwam in stukken terecht op het land van Piet Rijlaarsdam en Adriaan van Dam. Het levenloze lichaam van boordschutter P.J. Hogan werd gevonden op het erf van boer Van Spengen. De andere lichamen werden geborgen door de leden van het Bodegraafse Rode Kruis, dat in deze oorlogsperiode vele doden heeft moeten bergen. Er konden van de 7 doden slechts 3 geïdentificeerd worden P.J.Hogan, J.Heath, en R.S. Christie.

Na de bevrijding werden ook de namen van de andere slachtoffers bekend, het waren J.H. Horwood, B.W. Bennet, R.L. Lewis en R.S. Erwin. De 7 doden werden in eerste instantie op het kerkhof in Sluipwijk begraven, enkele jaren na de oorlog werden zij herbegraven op de Britse oorlogsbegraafplaats in Groesbeek.

Nog steeds heeft de Reeuwijkse bevolking contact met de nabestaanden van de slachtoffer; 65 jaar na de crash van de bommenwerper werd er in de Sluipwijkse kerk een plechtige herdenking gehouden, waarbij ook diverse familieleden en bekenden van de omgekomen bemanning aanwezig waren. De zonen van R.L. Lewis komen elk jaar naar Reeuwijk voor de herdenking.

Ook Engelse Spitfire´s neergestort

Op 5 september 1944 maakte een Engelse jager van het type Spitfire een noodlanding in de polder Middelburg. De piloot T.F. Turton is door een onbekende op de fiets in veiligheid gebracht en heeft na onderduiken in Gouda de oorlog overleefd. Op 21 februari 1945 maakt een andere Spitfire ook een noodlanding, in de Broekveldse polder. Op het land van boer Piet Verheul. De Reeuwijkers Gerrit Verkaik en Cor Jongeneel nemen de piloot mee naar de boerderij van Broekhoven waar hij burgerkleren krijgt. Hij werd eerst ondergebracht bij de familie Guldemond en na een paar nachten met behulp van dominee De Lint naar een onderduikadres in Leimuiden overgebracht. Hier bleef hij tot de bevrijding. Zijn weduwe bezocht in 1997 de plaatsen waar haar man een noodlanding maakte, in het gezelschap van Verkaik en Jongeneel, die er getuige van geweest zijn.

Amerikaanse bommenwerpers storten neer

Op 17 mei 1943 werd Bodegraven opgeschrikt doordat 7 Amerikaanse bommenwerpers rakelings over de daken scheerden, waarna er 2 neerstorten in de Noordzijder polder. Eén maakt een buiklanding in de Meijepolder.

J.G. Stolwijk had in die tijd een fietsenwerkplaats aan de Noorzijde. Hij vertelde later het volgende: 'Ik hoorde rond 12 uur zwaar motorgeronk en zag onbekende vliegtuigen boven de boomtoppen van de begraafplaats Vredehof aankomen, op een hoogte van 1 meter! Achter de boerderij rechts stortten ze met een enorme klap neer. Ik zag een vreselijke steekvlam, een dichte rookwolk. Eén vliegtuig zag ik nog optrekken en na een cirkel gemaakt te hebben, richting de Meije verdwijnen. Dit alles gebeurde op een afstand van bijna 700 meter! Ik pakte mijn fiets en reed door de weilanden naar de bewuste plek. Alles brandde als een fakkel. Ik zag de rompen en de vleugels van de neergestorte vliegtuigen. Het was doodstil op die plaats, niets bewoog er tussen de brokstukken. Toen ik naar de vuurzee keek zag ik plotseling toch iets bewegen, op een niet brandende vleugel. Een bemanningslid kroop op de vleugel, en ik wilde naar hem toe om te helpen. Maar voor mijn ogen brak de vleugel af, vloog in brand en de man was niet meer te redden.'

In de weilanden aan de Noordzijde achter perceel 112, lagen de brokstukken over grote afstand verspreid. De hulpverlening kwam snel op gang, terwijl de marechaussee het publiek op afstand hield. Het Rode Kruis personeel kon nog hulp verlenen aan 4 van de 12 bemanningsleden. De gewonden werden naar het ziekenhuis in Gouda vervoerd. Uiteindelijk heeft slechts één van deze piloten de oorlog overleefd. Na de oorlog werden de acht piloten herbegraven op de Amerikaanse begraafplaats Margraten. Rode Kruis man Van Waveren heeft lang na de oorlog nog contact gehouden met familie van de piloten. Van het toestel dat in de Meijepolder terecht kwam, werden alle 6 bemanningsleden krijgsgevangen gemaakt.

Advertentie

Categorieën