Raadsfracties nog verdeeld over strategie bij klimaatadaptatie

Politiek

BODEGRAVEN-REEUWIJK - Om BodegravenReeuwijk in 2050 klimaatbestendig en waterrobuust te krijgen, moeten dit jaar flinke stappen gezet worden. In een commissie werden de plannen besproken in de hoop overeenstemming te bereiken.

Begin januari werden de raads- en commissieleden van de gemeente bijgepraat over de plannen om Bodegraven-Reeuwijk in 2050 klimaatbestendig en waterrobuust (het zodanig vormgeven en inrichten van de openbare ruimte, dat de impact van bijvoorbeeld ernstige neerslag zo klein mogelijk blijft, red) te maken. Tijdens die bijeenkomst werd al duidelijk dat dit jaar flinke stappen gezet moeten worden om tot een uitvoeringsagenda te komen. De uitgangspunten en prioriteiten zijn echter nog niet duidelijk. Daarvoor zat de commissie bij elkaar.

Vier scenario’s

De werkgroep heeft vier scenario’s ontwikkeld op basis van het rapport ’Klimaatadaptatiestrategie en scenario’s’: 1) basis, 2) handen uit de mouwen, 3) versnellen en 4) koploper. Een belangrijke component voor de keuze is de capaciteit die nodig is om kennis te vergaren en te delen, om plannen en beleid te maken om klimaattoetsen uit te voeren en om te stimuleren en kansen te benutten. Maar ook de beschikbaarheid van subsidies en kredieten zijn belangrijke elementen. Het college geeft de voorkeur aan scenario 2, handen uit de mouwen. Voor dit scenario geldt dat een full-time specialist moet worden aangesteld en dat 200 uur extra inhuur van het ODMH nodig is.

Meningen verdeeld

Tijdens de bespreking ging het vooral over het tempo waarin de ambities waargemaakt moeten worden. De financiële aspecten werden daarbij zoveel mogelijk terzijde geschoven, omdat die pas bij de bespreking van de kadernota in juni aan de orde komen.

De neuzen staan niet allemaal dezelfde kant op wat betreft de snelheid van aanpak. Lisbeth Hertog (PvdA) gaf in het begin al aan het liefste voor scenario 4 te kiezen in combinatie met de sterke elementen uit scenario 1, terwijl Jan van Rooyen (CDA) er wel iets in zag om opties uit de scenario’s 1 en 2 te combineren. In zijn ogen zou een 0,5 fte voor een projectleider dan volstaan. Ook John Kempeneers (BBR) voelde wel wat voor zo’n keuzemenu. Namens D66 zag Wojtek Dubelaar vooral veel in een integrale aanpak van de verschillende planonderdelen, waarbij de gemeente moet aansluiten bij regionale en landelijke initiatieven. In zijn ogen paste daar scenario 3 het beste bij.

Inwoners betrekken

Raadsnestor Henk van de Smit (SGP) had tijdens eerdere workshops gemerkt hoe belangrijk het is de inwoners van meet af aan bij het onderwerp te betrekken en riep daarom op om dat voor de toekomst goed in de gaten te houden. Hij proefde dat de voorgaande sprekers de hand een beetje op de knip wilden houden en hield zelf een pleidooi om door te pakken, omdat hij grote problemen voorspelde op het gebied van wateroverlast en waterberging. Dat doorpakken sprak ook Fred Westerink (ChristenUnie) wel aan, omdat hij het idee had dat je op termijn weleens goedkoper uit zou kunnen komen als je nu stevig inzet. Kees-Willem van Os (fractie Van Os) en Robin Kersbergen (VVD) waren daar wat voorzichtiger in en keken meer in de richting van het basisscenario, omdat dan ook geleerd zou kunnen worden van ervaringen elders. Kerstbergen wilde overigens wel extra geld uittrekken als er goede samenwerkingsmogelijkheden zouden zijn met andere projecten en initiatieven.

Als laatste spreker bracht Merel van Dijk namens GroenLinks in dat dat haar partij de gemeentelijke raakvlakken tussen 'klimaatadaptatie' en 'klimaatneutraal' beter in beeld gebracht zou willen zien. Klimaatadaptatie gaat namelijk om het wapenen van de gemeente tegen een veranderd klimaat - bijvoorbeeld het waterrobuust maken - terwijl klimaatneutraal om energiebeheersing om de verandering van dat klimaat zoveel mogelijk tegen te gaan. Ook was Van Dijk er niet van overtuigd dat de keuze voor scenario 2 de juiste was.

Niet in beton

In een reactie benadrukte wethouder Kees Oskam dat de plannen en de voorkeurskeuze van het college voor scenario 2 zeker niet in beton gegoten waren. Hij hield de raadsleden wel voor dat de huidige ambtelijke capaciteit om de benodigde acties te ondernemen volstrekt onvoldoende is. Dat geldt ook voor de ambities om verder te vergroenen en om bij nieuwe plannen in een vroeg stadium rekening te houden met duurzaamheid. De oproep voor een grote betrokkenheid van inwoners bij de planvorming ondersteunde hij van harte, zeker omdat inwoners, door b.v. vergroening van hun tuinen, actief mee kunnen doen aan de oplossing van het waterbergingsprobleem.

De wethouder beloofde in juni met de plannen terug te komen om te kijken of het dan mogelijk is een strategie te kiezen met daarbij een passende financiële dekking.

Tekst: Bert Verver

Advertentie

Categorieën