Bjorn, Fenneke en Valerie tijdens het interview met Ton Alders.
Bjorn, Fenneke en Valerie tijdens het interview met Ton Alders.

'We beseffen vandaag de dag niet hoe rijk we eigenlijk zijn'

Algemeen

BODEGRAVEN - Op 19 februari, ruim voor de coronacrisis, vond een uniek generatieoverschrijdend interview plaats. De huiskamer van de 82-jarige Ton Alders, woonachtig in Bodegraven, werd het toneel van een video-interview tussen drie VWO-leerlingen van de Goudse Waarden en meneer Alders.

Dit interview was onderdeel van een schoolproject van het tweetalig onderwijs. De leerlingen gingen het gesprek aan over de herinneringen en ervaringen van Alders tijdens de Tweede Wereldoorlog. Wij spraken Ton Alders na afloop van het interview. Het interview zelf woonden wij niet bij om de leerlingen de gelegenheid te geven zelf hun ding te doen.

Voor toekomstige generaties

Bjorn, Fenneke en Valerie nemen ontspannen plaats op de bank van meneer en mevrouw Alders. Voordat het interview begint, zetten ze opnameapparatuur neer, want ze nemen het interview face-to-face af, maar tegelijkertijd nemen ze het op met een camera, als onderdeel van hun schoolproject. Omdat ze tweetalig onderwijs volgen, zullen ze de video achteraf monteren en ondertitelen in het Engels, een video als blijvende herinnering voor toekomstige generaties en die door de Engelse ondertiteling voor een groot publiek te volgen is. Want onze huidige generatie jongeren is de laatste die vragen kan stellen aan de mensen die de Tweede Wereldoorlog bewust hebben meegemaakt. Dit is ook gelijk de reden dat Alders zijn huiskamer openstelt en openhartig aan dit project meewerkt. "Deze geschiedenis mag niemand ooit vergeten, dus vertel ik erover zo lang ik dat kan."

Hongerwinter

Meneer Alders was 3 jaar toen de oorlog begon en woonde destijds in Hilversum. Van de vroege oorlogsjaren heeft hij weinig herinnering, maar vanaf zijn zevende jaar zijn de herinneringen bewust en zuiver. Het gezin Alders had te lijden in de oorlogstijd, met name de honger speelde hen parten.

Nadat zijn moeder veel van de huisraad verruilde voor voedsel bij boerderijen op het platteland, werd Alders aan het einde van de oorlog in 1944 samen met zijn broertje naar een tante in Elburg gestuurd, omdat zijn ouders simpelweg geen eten meer voor hen hadden. Op de Veluwe was niet veel meer te eten, maar wel meer dan thuis. "Het was te veel om dood te gaan, maar te weinig om van te leven - en dat zeker een jaar lang," aldus Alders. Met recht een hongerwinter te noemen.

Geen voedselverspilling

"Zo richting 4/5 mei komen de herinneringen weer naar de oppervlakte. Vooral de gaarkeukens en het uitschrapen van lege emmers op zoek naar een laatste restje voedsel vanwege de enorme honger is helaas een levendige herinnering. Vandaag de dag beseffen mensen niet hoe rijk ze zijn. Ze hebben te eten, eten is leven." Daarom wordt tot op de dag van vandaag in huize Alders geen eten verspild. "Alles wordt opgegeten of ingevroren. Als je op de bon hebt geleefd, op rantsoen en tulpenbollen hebt gegeten, dan ga je de waarde van eten heel anders inzien." Wij leven tegenwoordig echt in luxe met eten in overvloed.


Geschiedenis die je bij je draagt

Gelukkig overleefde Alders, zijn broertje én de rest van de familie de hongerwinter ternauwernood. Bij terugkomst in Hilversum was er zelfs gezinsuitbreiding. Er werd een zusje geboren. Maar de bewuste herinnering aan honger en onderdrukking bleef altijd bestaan en heeft Alders na de (toen nog verplichte) militaire dienst doen besluiten beschikbaar te blijven bij de Nationale Reserves. "Ik wilde beschikbaar zijn om de vrijheid te verdedigen in geval van een nieuwe oorlog." Alders was bijna 25 jaar lang lid van de Nationale Reserves, waarvan de laatste vier jaar als commandant van een peloton. Daarom vervulde hij ook een actieve rol bij oorlogsherdenkingen. De geschiedenis heeft Alders gevormd. Hij draagt hem bij zich tot op de dag van vandaag.

Opdat wij niet vergeten

Meneer Alders vertelt zijn verhaal niet voor het eerst. Eerder gaf hij lezingen op school over zijn ervaringen en hij zou dat weer doen indien dat nodig mocht zijn. "Dat is mijn manier om invulling te geven aan ‘Opdat wij niet vergeten’." Over het interview met de leerlingen is hij erg enthousiast. "Ze waren geïnteresseerd en oplettend en stelden goede vragen. Het is heel goed dat scholen dit soort projecten uitzetten. Ik denk wel dat een verhaal meer indruk maakt als het uit eerste hand is, en veel leerlingen hebben nu zelf al niemand meer in de directe omgeving die de oorlog heeft meegemaakt. Daarom ondersteun ik dit initiatief graag met mijn verhaal."

Naast Alders werd ook meneer Schuman uit Sluipwijk geïnterviewd, door leerlingen Lennard, Max en Niels. Vanwege de coronamaatregelen is er geen gelegenheid geweest hier ook verslag van te doen.

Tekst en beeld: Lisanne van Uunen

Advertentie

Categorieën