Raad wil grotere betrokkenheid bij horecabeleid

Politiek

BODEGRAVEN-REEUWIJK - De gemeenteraad heeft in haar vergadering van vorige week breed uitgesproken dat zij meer grip wil hebben op het horecabeleid binnen de hele gemeente.

Directe aanleiding was de vraag van Merel van Dijk (GroenLinks) om het overlastdossier rond de uitgaansgelegenheid PÛHA in Bodegraven op de agenda te zetten in vervolg op eerdere besprekingen daarover. Het zou een opiniërende bespreking worden, maar als zo vaak gaf ieder daar een eigen invulling aan. Ook zaken als het recent verlengde horecaconvenant (dat geldt voor alle horecaondernemingen in de gemeente) en het nieuwe bestemmingsplan Bodegraven-Centrum speelden een rol in de discussie.

Niet geraadpleegd

Het nieuwe horecaconvenant is nagenoeg gelijk aan het vorige. Door het landelijke anti-rookbeleid zijn rookruimten in de horeca niet meer toegestaan en bij PÛHA aan de Kon. Wilhelminastraat in Bodegraven-centrum leverde dat, zoals wij eerder al meldden, direct problemen op.

Mensen gingen daar tot diep in de nacht naar buiten om te roken. Om die overlast te verminderen is het nu niet meer toegestaan om na 1.30 uur buiten te gaan roken en vervolgens weer naar binnen te gaan. Hiervoor was de tijdsgrens 2.00 uur.

Een belangrijke reden voor Merel van Dijk om het debat aan te vragen was dat zij van mening was dat er afspraken lagen om het convenant uit 2016 eerst te evalueren en ter bespreking aan de raad voor te leggen. In haar ogen was daar geen gehoor aan gegeven en waren ook de omwonenden niet in de gelegenheid gesteld hun inbreng te leveren. Zij vroeg zich af of een succesvol bedrijf als PÛHA wel toekomstbestendig is op de huidige locatie. Zij vroeg het college de situatie goed te volgen en mogelijke opties om de overlast te verminderen in kaart te brengen, inclusief de consequenties die daaraan verbonden zijn.

Lastig

Vanuit verschillende fracties werd opgemerkt dat het op dit moment lastig was een goed beeld te schetsen hoe het rookbeleid in de horeca vormgegeven moeten worden, omdat de horeca nu niet vol in bedrijf zijn.

Twijfels waren er of de maatregel in het convenant om teruggaande bezoekers een half uur eerder te weren wel effectief zal zijn. Nico de Heij (CDA) merkte daarbij op dat de passage over handhaving te vrijblijvend en reactief was. Hij riep op tot handhaving voordat de problemen konden ontstaan.

Matthijs Kortleven (ChristenUnie) vond niet dat de ondernemers gestraft mochten worden voor hun succes.

Hij wees erop dat zij vroegtijdig een beroep op de gemeente hadden gedaan om te helpen de problemen van het nieuwe rookbeleid op te lossen. In zijn ogen was het niet goed het beleid rond het bedrijf alleen te koppelen aan het nieuwe bestemmingsplan Bodegraven-Centrum. Kees Willem van Os (fractie Van Os) vroeg vooral aandacht voor het feit dat PÛHA een belangrijke rol speelt in de uitgaanswereld voor jongeren en dat bij sluiting er nog maar twee andere locaties over blijven.

Geluid omwonenden voldoende gehoord

Burgemeester Van der Kamp hield de raadsleden voor dat dit agendapunt draaide om de overlastsituatie en niet om het convenant. Het convenant is de laatste jaren al meerdere keren in de raad aan de orde geweest. Naar zijn idee was de mening van de omwonenden zeker bekend, gezien hun reacties in de afgelopen tijd. Hij wees er daarbij op dat het convenant slechts een klein schakeltje was in het horecabeleid en dat de echte verantwoordelijkheid van de horeca wordt geregeld in exploitatievergunningen. Hij beloofde bij de vernieuwing daarvan scherp te letten op een duidelijker omschrijving van het begrip ‘overlast’. Handhaving zal volgens de burgemeester zeker plaatsvinden.

Hij was van mening dat het inkorten van de tijd dat rokers heen en weer kunnen lopen wel degelijk een vermindering van de overlast kan opleveren. Bij de discussie over het nieuwe bestemmingsplan moet in zijn ogen zeker aan de orde komen of een succesvol bedrijf als PÛHA daar nog wel op de goede plek zit en of het niet beter zou zijn op termijn naar een andere locatie uit te kijken. Hij wees er daarbij op dat de ondernemers geen slachtoffer mochten worden van het nieuwe beleid en dat zij ook de bescherming genoten van het huidige bestemmingsplan.

De burgemeester was van mening dat de raad voldoende meegenomen was in de discussie en beleidvorming tot dusver, maar zegde volmondig een brede evaluatie toe om op enige termijn de horeca-aspecten in de hele gemeente met de raad te bespreken.

Tekst: Bert Verver

Advertentie

Categorieën