Afbeelding

De tolbrug

Column Anders bekeken

Een van de raarste fenomenen binnen onze gemeentelijke grenzen: de tolbrug in Nieuwerbrug. Passeren met een auto kost twee kwartjes. In vervlogen tijden gold tol als belastingheffing. Maar dat is voorbij, dat heet vooruitgang.

Er is nog maar één tolbrug in ons land. Tolheffing kennen we verder bij de Kiltunnel nabij Dordrecht en de Westerscheldetunnel in Zeeland. Wij bekostigen de infrastructuur vooral via de wegenbelasting en accijnzen en heffingen op brandstof. Automobilisten in Zuid-Holland betalen sowieso het meest vanwege een provinciale toeslag.

De geschiedenis van de tolbrug in Nieuwerbrug gaat terug tot 1651, toen een brug over de Oude Rijn voor betere verbindingen moest zorgen. Waarom deze toltraditie in stand wordt gehouden, mag Joost weten, maar het slaat natuurlijk nergens op. Wat is er leuk of nostalgisch aan, als je bij het passeren van een brug door een te smal straatje twee kwartjes moet betalen? Een buffer tegen sluipverkeer zal het ook niet zijn. En bij toeristen krijg je ook vast niet de handen op elkaar. Al zouden ze kunnen denken dat hen veel moois wacht: “Nieuwerbrug is een dorp dat uitblinkt in schoonheid en authenticiteit. Je wordt verrast door de sfeer van het dorp, straten die zich vullen met de gezelligheid van verzorgde bloembakken en goed onderhouden groen. De bestrating van oude klinkers in het hart van het dorp benadrukt de sfeer rondom de verlichte Tolbrug, de Brugkerk en de Onafhankelijkheidstoren. Rondom dit dorp vind je veel historisch erfgoed.”

Echt, iemand heeft dit verzonnen en gepubliceerd: de tekst is ontleend aan de website BuitengewoonBodegraven-Reeuwijk.nl, bedoeld om onze gemeente te promoten. Kinderlijker prietpraat vind je niet gauw. Als toeristen zich op basis van dit wonderlijke proza al geroepen voelen Nieuwerbrug te bezoeken, moeten ze bij het passeren van de tolbrug ook nog eens de portemonnee trekken. Menigeen zal zich bekocht voelen.

Advertentie

Categorieën