Veldentekort beknelt Hockeyclub Reeuwijk-Bodegraven

Politiek

BODEGRAVEN-REEUWIJK - Sinds de verhuizing vanaf de locatie bij het Kennedybos naar het Reeuwijkse Hout en de fusie met de Mixed Hockeyclub Bodegraven beschikt de Hockeyclub Reeuwijk-Bodegraven (HCRB) over drie kunstgrasvelden. Twee daarvan zijn gelegen in het Reeuwijkse Hout, één veld ligt in Bodegraven. De wens van de vereniging is om de gehele speelaccommodatie te concentreren in het Reeuwijkse Hout. Al vanaf 2015 zijn daar plannen voor gemaakt, maar tot op heden krijgt de club de handen daarvoor niet op elkaar te krijgen.

Er heerst een knellende veldenproblematiek in de gemeente. Sportclubs hebben maar weinig gras tot hun beschikking, en HCBR moet zelfs inleveren. Tijdens de discussies over het beheer van de buitensportaccommodaties werd hun veld in Bodegraven meegenomen om de veldkrapte bij met name vv ESTO aan te pakken. Medio december besloot het college van burgemeester en wethouders het Bodegraafse hockeyveld te renoveren en om te bouwen tot een kunstgrasvoetbalveld. Gelijktijdig werd besloten het huidige voetbalveld van vv Bodegraven niet om te bouwen tot een derde hockeyveld voor HCRB. Als pleister op de wonde werd wel besloten een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheid om met de renovatie van het korfbalveld van Vriendenschaar een trainingsstrook aan te leggen voor hockeytrainingen. In de praktijk zou het erop neerkomen dat HCRB 2,25 veld ter beschikking heeft.

Ongenoegen
Voorzitter van de HCRB Alexander Knibbeler gaf voor de tweede inspraakraad op rij blijk van het ongenoegen van zijn vereniging over de gang van zaken. Hij noemde het onbestaanbaar dat één voetbalclub (van de zeven binnen Bodegraven-Reeuwijk) wordt uitgebreid met 40 procent veldcapaciteit en dat de hockeysport in de gemeente op slot wordt gegooid, omdat zijn vereniging 25 procent veldcapaciteit moet inleveren.

Knibbeler hekelde daarbij het feit dat sinds februari/maart 2020 geen overleg meer heeft plaatsgevonden over het verplaatsingsproces, waardoor kostbare tijd verloren is gegaan. Tijdens een recent gehouden overleg met wethouder Knol heeft HCRB nog een aantal suggesties gedaan om, in ieder geval tijdelijk, uit de impasse te komen en om het huidige natuurgrasveld van ESTO te vervangen door een kunstgrasveld. Daarmee zou voor die vereniging ook meer capaciteit worden gecreëerd.

Politiek in de steek gelaten
Knibbeler gaf aan dat zijn vereniging zich politiek in de steek gelaten voelde en zelfs wordt opgeofferd ten faveure van het voetbal. Hij wees de raadsleden erop dat voor de ombouw van het hockeyveld tot voetbalveld de medewerking van HCRB wel nodig is. Bij het veld horen diverse opstallen en eigendommen. Contractueel zijn daar nogal wat voorwaarden aan verbonden; één ervan is dat de gemeente zich bij beëindiging van het contract dient in te spannen een andere locatie te vinden waar de opstalrechthouder de mogelijkheid heeft tot beoefening van de hockeysport en de bijbehorende verenigingsactiviteiten.

Enkele raadsleden gingen na de inspraak nog in op de getalsmatige onderbouwing voor een derde veld. Knibbeler legde uit dat 2,5 hockeyveld het absolute minimum was volgens de de NOC*NSF-normen. Naast het spelen in competitieverband moet namelijk ook rekening worden gehouden met trainingscapaciteit. Daarom is vanaf het begin van het proces ingezet op de realisatie van een complex met drie velden, waarmee er voldoende ruimte zou zijn voor de sportactiviteiten van de 600 tot 650 leden.

Ondanks de inmiddels wat bekoelde verhoudingen met de gemeente gaf de voorzitter aan graag in gesprek te blijven in de zoektocht naar een aanvaardbare oplossing.

Ecologische verbinding Abessinië-Zuidzijderpolder
Tijdens de inspraakraad kregen de raadsleden een prestatie over het voorontwerp van de ecologische verbindingszone Abessinië-Zuidzijderpolder. Deze zone moet een belangrijke schakel worden in de ecologische verbinding tussen de Nieuwkoopse Plassen en de Reeuwijkse Plassen ter stimulatie van de migratie van diersoorten tussen de verschillende deelgebieden. De zone zal uit drie peilvakken bestaan en worden ingericht voor soorten die verbonden zijn aan open water, moeras en vochtige hooilanden.

Voorafgaande aan de presentatie gaf de heer Jos de Lange een inspraakreactie op de plannen namens de Monumentenvereniging. Hij sprak daarbij de vrees uit op de effecten die de plannen kunnen hebben op monumentale boerderijen in de buurt en ging in op de risico’s die zijn vereniging zag op het gebied van ziekte en plagen door de vernatting van het plangebied. Daarnaast vroeg hij zich af of het structureel onderhoud wel goed was geregeld en in hoeverre bewoners en omwonenden worden betrokken bij het monitoren van (ongewenste) effecten.

Tekst: Bert Verver

Advertentie

Categorieën