Drifa Bakkali.
Drifa Bakkali. Foto: Edith Op de Woerd

‘De rek raakt er een beetje uit’

Human Interest De zorg aan het woord

BODEGRAVEN-REEUWIJK - Kijk op Bodegraven-Reeuwijk sprak de afgelopen tijd met verschillende zorgprofessionals uit de gemeente Bodegraven-Reeuwijk over hun ervaringen in coronatijd. Er komt de laatste tijd steeds meer aandacht voor de negatieve gevolgen van de geestelijke gezondheid als gevolg van de pandemie. Vorige week bespraken we de gevolgen voor de oudere doelgroep, deze week die voor de jongeren. We spraken met Drifa Bakkali, jongerenwerker bij De Zon en sociaal makelaar, en Esther van Tol, coördinator van het Sociaal Team.

Drifa: “Ik werk veel met jongeren bij De Zon. Toen de eerste lockdown begon, hebben wij vanuit het jongerenwerk jongeren eigenlijk alleen maar geïnformeerd, niet zozeer vanuit handhavingsperspectief, maar meer met de vraag of ze wel beseften wat corona is. Je kunt er ziek van worden, je naaste familie kan er ernstig ziek van worden of erger, en je riskeert ook nog een boete. We probeerden dus om jongeren letterlijk van de straat te houden. Wij liepen naast de boa’s en wijkagenten met een informerende rol.”

Hoe werd dat ontvangen?
Drifa: “Eerst met veel onbegrip. Het was iets totaal nieuws voor jongeren. Toen duidelijk werd dat ze ook echt een boete kregen als ze bleven rondhangen, gingen ze wel naar huis.”

Hoe hebben jullie deze werkwijze aangepakt? 
Drifa: “Sommige jongerenwerkers werken hier al heel lang en hebben een vertrouwensrol. De jongeren kennen ons en daardoor kunnen wij hen heel makkelijk aanspreken. We liepen ook niet met een opgestoken vinger rond. We vertelden dat we het begrepen en vroegen hen waarom ze toch op straat waren. We boden ook aan om met hen mee te denken als ze echt nergens terecht konden, of met hen mee naar huis te lopen om ook hun ouders te informeren.”

Beter goed gejat dan slecht bedacht
In tegenstelling tot ouderen zijn de jongeren van nu opgegroeid in het digitale tijdperk. Maakt dat verschil? 
Drifa: “Het is voor jongeren niet vanzelfsprekend om de hele dag thuis te zitten. Wij hebben daarom heel veel digitale activiteiten met jongeren gedaan, zoals een scoutingspel, een digitale escaperoom en nog veel meer. Daarnaast had ik via sommige chatgroepen elke dag contact met jongeren, zodat zij altijd met hun vraag bij iemand terecht konden. Wij hadden ook contact met jongerenwerkers uit het hele land en deelden ideeën met elkaar. Daar hebben we veel gebruik van gemaakt. Het is immers beter goed gejat dan slecht bedacht!”

In de zomer werd het coronabeleid wat losser en er werd weer meer mogelijk. Welke ontwikkelingen zagen jullie toen?
Drifa: “De jongeren die wij zien, hebben een enorme boost gekregen door de zomer. Vanuit de overheid kwam er na de eerste lockdown een behoorlijk budget beschikbaar voor het project ‘Jeugd aan zet’. Die subsidie hebben we samen met de gemeente aangevraagd en hiermee hebben we in de zomer enkele grote activiteiten kunnen organiseren, zoals een stormbaan, een Fifa-toernooi voor de Playstation, en we hebben met een aantal jongeren de buitenruimte van De Zon opgeknapt, coronaproof gemaakt en een kampvuur georganiseerd. Het was fijn te merken dat de overheid naar jongeren luisterde en hiervoor budget vrijmaakte.”

Esther: “Wij hebben een vergelijkbare ervaring bij het Sociaal Team. Na de eerste lockdown konden we weer meer met mensen afspreken. Ook de rots- en watertraining, een training voor jeugdigen die wij samen met het Centrum voor Jeugd en Gezin organiseren, kon weer opgestart worden. Met de nodige aanpassingen konden we weer meer betekenen. We merkten dat dat mensen goed deed. Het was een fijne periode. De tweede lockdown was daarom een tegenvaller. We merkten dat ook in de contacten die we hebben met mensen. Maar onze uitvoering is minder op pauze gezet dan tijdens de eerste lockdown. We hebben een goede mix gevonden tussen digitaal, persoonlijk of telefonisch contact. Het is anders dan we willen, maar we zien de noodzaak om goed beschikbaar te blijven, juist omdat mensen minder reserves hebben dan in de eerste lockdown. Daarbij speelt ook het winterseizoen een rol. Bijna alles ligt stil. De rek raakt er een beetje uit en dat maakt het voor veel mensen heel pittig.”

Schoolwerk in De Zon
Drifa: “Bij de tweede lockdown konden we weer overschakelen op digitale contacten. Dat was eigenlijk niet zo’n probleem. Bovendien heeft demissionair minister-president Rutte gezegd dat we op kwetsbare jongeren moeten letten. Dat heeft het voor ons mogelijk gemaakt de deur van De Zon letterlijk weer te openen voor kwetsbare jongeren. Wij hebben nu bijvoorbeeld een project ‘Schoolwerk in De Zon’ en we hebben een samenwerkingsverband met MBO Rijnland in Gouda in verband met stages. We hebben jongeren nu dus iets te bieden en dat was in de eerste golf niet het geval.”

Het is nu bijna een jaar na de eerste lockdown. Merken jullie een toename in het aantal mensen dat hulp nodig heeft?
Drifa: “Sommige mensen hebben echt behoefte aan een stukje sociaal contact. De reacties van ‘anderen’ kunnen dan vervelend zijn, maar voor hen is het van levensbelang.”

Esther: “Iedereen probeert naar eer en geweten een weg te vinden binnen de maatregelen. Wij kiezen heel bewust voor een activiteit. Daarom is onze boodschap: realiseer je dat iemand geen gebroken been hoeft te hebben om moeilijk te lopen. Naar de huidige situatie vertaald: realiseer je dat iemand niet per se depressief over hoeft te komen om van binnen toch een heel zwart, donker iets te hebben. Je mag gerust vragen stellen, maar stel ze vanuit nieuwsgierigheid, niet vanuit een oordeel. Als mensen zo zouden reageren, dan zou ik dat heel fijn vinden!”

Tekst: Ans van Heck

Archiefbeeld: Edith Op de Woerd

Advertentie

Categorieën