Afbeelding

‘De vraag is altijd hoe je met je centjes omgaat!’

Algemeen

BODEGRAVEN-REEUWIJK - De horeca is een van de sectoren die het hardst geraakt is door de coronapandemie. Maar we hebben ook gezien dat deze sector enorm flexibel is. Veel horeca-ondernemers gingen niet bij de pakken neerzitten en schakelden meteen over op afhalen en/of bezorgen. Wij deden een rondje langs de velden om te horen wat culturele en commerciële gelegenheden hebben gedaan in de tijd dat ze verplicht waren gesloten. Redden ze het allemaal nog?

Custwijc
In Driebruggen vervult dorpshuis Custwijc al vele jaren een gemeenschapsfunctie. Café Custwijc is daar sinds jaar en dag in handen van de familie Schouten. Zoon Jaap beheert tegen een vergoeding het pand en is de externe horeca-uitbater. Hoe is het café het afgelopen jaar doorgekomen? 

Jaap: “Tot aan corona draaiden we super goed, we hadden het hartstikke druk met het eetcafé, de bar, en in de agenda stonden veel feesten- en partijen gepland. Maar toen was er ineens niks meer. We hebben eerst een grote schoonmaak gehouden. Op die manier konden we onze mensen aan het werk houden. Daarnaast gingen we maaltijden bezorgen. Dat was fantastisch! Iedereen in Waarder en Driebruggen had door wat er aan de hand was en wij wisten niet wat ons overkwam! Natuurlijk waren de marges kleiner en zaten er geen drankjes bij, maar het is ons geluk geweest dat we in zo’n klein dorp zitten en de enige horecagelegenheid zijn. Het is een kleine, hechte gemeenschap en de mensen uit het dorp hebben ons erdoorheen geholpen. Voordat de pandemie begon, hebben wij een aantal heel goede jaren gehad waarin we een buffer hebben kunnen opbouwen. Het is daarom niet spannend geweest of we het zouden redden, maar ik heb me wel zorgen gemaakt. Met alle hulp van onze dorpsgenoten zijn we gelukkig niet in de gevarenzone geweest.”

De Brug
In Reeuwijk is Zalencentrum De Brug sinds 1962 de thuisbasis voor allerlei verenigingen op het gebied van cultuur, ontspanning en amusement. Het vervult een belangrijke rol in de Reeuwijkse gemeenschap. 

Beheerder Arie van Sinttruije: “Tijdens de lockdowns waren we helemaal dicht. Toen er vorige zomer weer meer mogelijk was, hebben we een paar keer een pop-up restaurant georganiseerd. Het liep redelijk, maar niet heel spectaculair, want iedereen deed dat toen. We hebben wel alle zalen coronaproof ingedeeld, volgens de voorgeschreven maxima. Maar ja, zo’n indeling is niet echt iets om een gezellig feestje bij te bouwen. We hebben ook een keer een ruimte verhuurd aan een school, zij hebben hier examens afgenomen. En we hebben natuurlijk een grote schoonmaak gehouden en bepaalde onderhoudswerkzaamheden zelf gedaan, zoals schilderen. We hebben gebruik gemaakt van de NOW-regeling in verband met de personeelskosten. Ik ben in vaste dienst en we hebben ook verschillende mensen die urencontracten hebben. We hadden gelukkig een spaarpotje - voor schilderwerk aan de buitenkant - maar dat potje is nu bijna leeg… Daarom hebben we wel ons hoofd tot nu toe het hoofd boven water weten te houden. Weet je, de vraag is altijd hoe je met je centjes omgaat. Wij geven geen geld uit als de centen er niet zijn. We steken onszelf niet in de schulden. Daarom redden wij het op dit moment nog.”

Wierickehuis
In het Wierickehuis in Nieuwerbrug is Tapperij De Bourgondiër gevestigd van eigenaar Patrick Olsthoorn. Hij beheert ook het pand voor Stichting Wierickehuis. Hoe is 2020 voor jou geweest? 

Patrick: “Normaal gesproken haal ik de meeste inkomsten uit feesten en partijen, maar afgelopen jaar zijn we het gehele jaar dicht geweest, op een paar activiteiten in de zomer na. Voor mij is het ontzettend belangrijk dat die anderhalvemetermaatregel wordt afgeschaft. Een feest op anderhalve meter is in mijn ogen geen feest. Zolang die maatregel geldt, kun je geen sfeer creëren. De coronaperiode betekent natuurlijk een grote financiële aderlating. Ik heb geen vast personeel, ik werk altijd met freelancers en uitzendbureaus. Ik heb daardoor alleen van de TVL-regeling gebruik gemaakt. Gelukkig had ik een spaarpotje. Verder heb ik veel in de bouw gewerkt, zodoende heb ik toch voldoende inkomen kunnen verdienen. Het is niet anders. Ik ben ondernemer, en daar zitten risico’s aan vast. Maar ik heb niet stil gezeten. Ik heb met het oog op de toekomst een oud Volkswagen-busje gekocht en omgebouwd tot foodtruck. Hieruit kan ik zowel hapjes als drankjes serveren. Er zit een geluidsinstallatie in en het heeft een goede uitstraling. Hiermee kan ik naar mensen toekomen. Het is een nieuw concept waar al veel belangstelling voor is.”

Evertshuis
Toine van Niekerk is sinds vorig jaar de commerciële partij die in het Evertshuis verantwoordelijk is voor de horeca. Het moet niet gemakkelijk zijn geweest om midden in de coronatijd van start te gaan. 

Toine: “Het was natuurlijk jammer. Je kunt op deze manier natuurlijk niet je boterham verdienen. Aan de andere kant heb ik een dermate keurig contract met de stichting afgesloten dat ik er ook geen buil aan kan vallen. Ik heb geen beroep gedaan op steunmaatregelen en heb me gelukkig ook nog kunnen verhuren aan de gemeente voor het vervangen van een zieke medewerker. De toekomst blijft nog wel onzeker, hopelijk krijg ik in september meer duidelijkheid.”

Amicitia
Amicitia in Reeuwijk-Dorp is een commerciële feestlocatie en eigendom van familiebedrijf Gasterij Vergeer, een horecabedrijf dat het gemeenschapsleven koestert. Amicitia faciliteert activiteiten als de plaatselijke Sinterklaas-intocht, carnaval, trainingen van dansgroepen, vergaderingen van verenigingen, enz. 

Daniëlle Vergeer: “Wij hebben met Kerst heel veel maaltijden kunnen bezorgen, veel meer dan we ooit in het restaurant hadden kunnen serveren. We hebben daardoor heel duidelijk gevoeld dat onze eigen gemeenschap ons heeft gesteund. Over de hele periode hebben we ongeveer 70 tot 80 procent omzetverlies gehad. De steunpakketten hebben dat enigszins opgevangen, maar we lopen nu al anderhalf jaar elke maand duizenden euro’s achteruit, dus dan loopt de reservepot wel snel leeg. Als ondernemer heb je natuurlijk een buffer, maar die heb je ook nodig om te investeren, want je wilt uiteindelijk ook groeien. Maar belastingen moeten nog steeds worden betaald en onderhoud moet plaatsvinden, dus je investeringsbudgetten zijn snel op. In het restaurant kunnen we nu weer draaien met inachtneming van de anderhalve meter, want mensen willen echt weer uiteten. Als binnenkort alle maatregelen worden losgelaten, denk ik dat we in 2023 of 2024 weer zijn waar we waren voordat corona begon.”

De kracht van gemeenschapszin
Grote leveranciers zoals Heineken en AB InBev houden rekening met een faillissementsgolf in de Nederlandse horeca dit jaar. Toch klinken de laatste weken ook positieve geluiden door. Het aantal faillissementen lijkt mee te vallen. De ondersteuningspakketten van de overheid hebben hieraan bijgedragen. Hoe moeilijk het afgelopen jaar ook is geweest voor horeca-ondernemers, duidelijk is dat de kracht van gemeenschapszin een rol heeft gespeeld in de overlevingskansen van de plaatselijke horeca, evenals goed ondernemerschap, creativiteit en verstandig financieel beheer. Laten we hopen dat de huidige en komende versoepelingen niet te laat komen en de zomer een heleboel goed maakt!

Tekst: Ans van Heck

Advertentie

Categorieën