Afbeelding
Foto: Cock Karssen

Kleine middenstanders moesten hard werken

Historie Verhalen uit het archief

Het leven en bestaan van vele kleine zelfstandigen verschilde honderd jaar geleden enorm met de middenstand van nu. Grote supermarkten kenden onze dorpen nog niet. Alles was klein en gericht op persoonlijk contact. 

De winkels waren in de week ook ’s avonds open en op zaterdag zelfs tot 23.00 uur. De klanten hadden nog geen koelkast of vriezer, hooguit een kelder waar zaken koel bewaard konden worden. Daarom moest er meestal dagelijks vers worden ingeslagen. Veel van de leveranciers, zoals de bakker, melkboer en groenteboer kwamen met hun waren langs de deur. De melkboer had zogenaamde ‘getapte’ melk, die in het pannetje of de melkkoker van de klant werd getapt. Later kwam de melk en vla in flessen. Ook de bakker kwam dagelijks langs om een heel of half brood af te leveren. Meestal werd er aan het eind van de week betaald. Bovendien was er veel concurrentie: Bodegraven telde in 1931 wel vijftien bakkers. In Nieuwerbrug waren dat er drie! Ook waren er diverse kruideniers, slagers, groentezaken en melkboeren in de dorpen te vinden.

De kruidenier werkte met een boekje waarin hij bij de klant aan huis de wekelijkse bestellingen kwam opnemen, die later per bakfiets werden bezorgd. Er werd ook veel gebruik gemaakt van de mogelijkheid om zegeltjes of plaatjes te sparen. Die werden bij sommige producten verstrekt, zoals bij Verkade voor de beroemde albums en bij Douwe Egberts voor koffie-en-theeserviezen. Bij de kruidenier werden bijna alle producten nog los verkocht en, na afwegen, in papieren zakken afgeleverd.

Bij de slager vond je geen volle toonbank met gesneden waar. Nee, de varkens en koeien hingen aan grote haken in de winkel en wat nodig was werd er afgesneden of afgehakt. Tot 1927 werd door de slagers nog zelf geslacht. Na de opening van het slachthuis in Bodegraven in 1927 werden alle dieren in het slachthuis geslacht. Bakker Jelluma in de Brugstraat had als eerste en enige naast zijn ijssalon ook een automatiek, waar je voor een kwartje of ander klein bedrag een kroket of gebakje uit de muur kon trekken.

Bakkersstaking
Hoewel de middenstanders elkaars concurrent waren, bleek in Bodegraven in 1907 dat zij ook goed konden samen werken. Het leven van de bakkers was erg zwaar in die tijd. In de nacht werd het brood gebakken en overdag waren zij druk met het aan huis bezorgen van de bakkerswaren. In 1907 besloten zij dat zij er geen zin meer in hadden om ’s nachts hun bed uit te moeten omdat de klant zo nodig ’s morgens vers brood op tafel wilde hebben. Zij belegden een vergadering, waarover op 2 november 1907 een verslag stond in Het Bodegraafsch Nieuws en Advertentieblad: “Bij het opgekomen publiek bleek duidelijk dat de afschaffing van de nachtarbeid zeer wel mogelijk is, omdat gezondheid, vrijheid, recht en zondagsrust noodzakelijk zijn. Het idee dat het publiek des morgens versch brood verlangd is niet meer dan een gewoonte.” 

De steun uit de Bodegraafse bevolking was zo groot dat de bakkers vijf weken lang het broodbakken in de nachtelijke uren konden staken zonder problemen met hun klanten te krijgen. Landelijk lukte het echter niet om de staking van de grond te krijgen en bakker Mol van de Overtocht was de eerste die in Bodegraven weer ‘s nachts begon te bakken, waarna uiteindelijk alle bakkers volgden.

Winkels vervulden ook een sociale rol
Ook de kolen voor de kolenkachel werden aan huis bezorgd. De eierkolen of antraciet werden in zakken door de kolenboer in het kolenhok van de klant gestort, zodat hij of zij er later de kolenkit mee kon vullen.

Bij de manufacturenwinkel waren nog veel producten te koop waarmee de klanten zelf hun kleding konden naaien of breien. Veel van de eerste stoffenverkopers zijn ook begonnen door met hun waren bij de klanten aan huis langs te gaan. Vooral in buurtschap de Meije was dat heel gewoon. Toen later de nylonkous in de mode kwam, kon men bij de manufacturenzaak de kous laten herstellen als er een ladder in was gekomen. 

Bij de drogist waren gezondheidsproducten als levertraan en haarlemmerolie heel gangbaar. Ook eau de cologne, drop, stijfsel en mottenballen waren veel verkochte artikelen. 

In de diverse kapsalons die het dorp rijk was, kwamen de dames behalve voor knippen, ook voor watergolven of een permanent. In de eerste periode van de vorige eeuw lieten veel heren zich scheren bij de herenkapper of barbier. Vaak was dat een wekelijks uitje, waarbij veel zaken op het gebied van kerk en maatschappij besproken werden.

Advertentie

Categorieën