Lokale politieke orde verandert drastisch

Zeker, zogenaamde ‘wat als’-redeneringen zijn niet meer dan voorspellingen. Deze week toch een poging: de vertaling van de uitslag van de provinciale verkiezingen naar de politieke verhoudingen in Bodegraven-Reeuwijk. Onvermijdelijke conclusie: de lokale gevestigde orde verandert drastisch. De drie christelijke partijen SGP, CU en CDA spreken blijkens deze uitslag 1 op de 5 kiezers aan: in 2019 was dat nog 1 op de 3, bij de gemeenteraadsverkiezingen vorig jaar 2 van de 5.

Feitelijk ook juist: de vier partijen die in onze gemeenteraad de wethouders leveren, vertegenwoordigen op basis van deze uitslag nog maar 37,2 procent van de stemmen. Ter vergelijking: 4 jaar geleden was dat nog net boven de 50 procent, bij de jongste gemeenteraadsverkiezingen 52,5 procent.

In 2019 scoorde de VVD nog 18,78 procent, nu 13,5 procent. Het CDA halveerde van 15,5 tot 8,2 procent. Opvallend: de SGP steeg van 9,59 procent tot 10. D66 zakte van 6,38 tot 5,5 procent. 

Waar in 2019 ook in onze gemeente FvD met 15 procent (nu 3) een flinke klap uitdeelde, is net als in de rest van Nederland BBB de grote winnaar met maar liefst 24 procent. En verder: PvdA, CU en GL scoorden stabiel. 

Natuurlijk blijft het gissen wat dit bij lokale verkiezingen zou betekenen. Zo doen LLBR en BBR op provinciaal niveau niet mee, partijen als BBB, Volt, JA21, Denk en FvD juist (nog?) niet lokaal. Maar toch: hoe je ook redeneert en bagatelliseert, de trend belooft weinig goeds voor de lokale coalitie. Met twee bekende plaatsgenoten prominent op de lijst van de BBB, Heidi Looy (gekozen in Provinciale Staten) en Frank Rijkaard (nu nog raadslid voor LLBR), ligt de oprichting van een lokale afdeling voor de hand. Het heet dat het daverende succes van BBB een afrekening is van de kiezer met landelijk beleid. Nu al benieuwd hoe dat te zijner tijd lokaal afloopt. Politiek blijft leuk!