Cursisten in actie tijdens een praktijkles van Natuuracademie Reeuwijkse Plassen.
Cursisten in actie tijdens een praktijkles van Natuuracademie Reeuwijkse Plassen. Foto: Natuuracademie Reeuwijkse Plassen

Natuuracademie is niet meer weg te denken

Human Interest

REEUWIJK - Met de mini-cursus ‘Levende oevers’ is vorige week het vijfde seizoen van start gegaan van de Natuuracademie Reeuwijkse Plassen. Deze academie werd in 2019 opgericht door het IVN (Instituut voor Natuureducatie en Duurzaamheid) en de KNNV (Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging) en is momenteel al niet meer weg te denken als educatief medium voor iedereen die meer wil begrijpen van de natuur in en rond de Reeuwijkse Plassen en het beheer daarvan.

door Bert Verver

Het idee om meer aan educatie te doen werd geboren binnen het Overlegplatform Toekomst Reeuwijkse Plassen (OTRP). Het initiatief werd opgepikt door een werkgroep die werd samengesteld door het IVN en de KNNV. Deze kerngroep bestond uit de voorzitters van de verenigingen, met Marlou Min als coördinator en Loes Kamer als organisator van de mini-cursussen. De gemeente zag het belang van de cursussen in en stelde een financiële bijdrage ter beschikking.

Hoewel Marlou Min inmiddels geen deel meer uitmaakt van de organisatie, vertelt deze voormalig coördinator vol enthousiasme over het succes van de mini-cursussen die de academie de afgelopen jaren heeft geboekt. Hoewel de cursussen voor iedereen toegankelijk zijn, is de primaire doelgroep de bewoners en gebruikers van het plassengebied. De inhoud van de mini-cursussen, met theorie op woensdagavond en een excursie/praktijkles op zaterdag, is erop gericht de kennis over de vele natuuraspecten van het plassengebied te vergroten. De verwachting daarbij is dat de bewoners en gebruikers de opgedane kennis toepassen bij het beheer van de natuur in en rond hun eigen huis, water of eilandje. De Natuuracademie wil de deelnemers dus aanzetten tot een gedrag dat de natuurwaarden vergroot.

Baggercursus

De compacte cursussen waren van meet af aan een succes. “Ze waren met 25 à 30 personen regelmatig volledig bezet,” vertelt Marlou, die eraan toevoegt dat de eerste drie cursussen in het pilotjaar zo’n honderd unieke deelnemers trokken. “Bij iedere cursus zochten we een specialist over het te behandelen onderwerp. Belangrijke sprekers waren uiteraard het Hoogheemraadschap van Rijnland en het Adviesbureau Watersnip, maar ook belangenverenigingen als Vogelbescherming, de Vlinderstichting en de Wildbeheereenheid. Er ontstond een vaste kern van deelnemers, die aangevuld werd met mensen die specifiek over een bepaald thema meer wilden weten.” 

Tijdens de coronacrisis werden de praktijklessen uiteraard uitesteld, maar via Zoom werd wel een cursus over biodiversiteit georganiseerd die maar liefst tachtig deelnemers trok. “Later was er ook veel belangstelling voor de cursus over ‘bagger’. Die was zo snel overtekend dat we nog een tweede ronde hebben moeten organiseren. Zelf vond ik de discussies die tussen de deelnemers ontstonden van groot belang, omdat daarin vaak de verschillende keuzes die in het beheer mogelijk zijn nadrukkelijk aan de orde kwamen.” Inmiddels is de Natuuracademie een tiental cursussen verder en hebben ongeveer driehonderd verschillende personen meegedaan aan een cursus.

Van bewustzijn naar gedrag

Begin 2023 werd een evaluatie gehouden. De waardering voor de cursussen bleek groot en de Natuuracademie blijkt niet meer weg te denken uit Reeuwijk. Marlou: “In de evaluatie kwam ook naar voren dat het omzetten van bewustzijn in nieuw gedrag niet zo makkelijk gaat. Er zullen bijvoorbeeld meer tips nodig zijn, zoals voor het beheer en de aanleg van ‘levende oevers’. Daarnaast leeft het idee om deelnemers zelf initiatieven te laten ontwikkelen om de natuurkwaliteit te verbeteren, bijvoorbeeld op het gebied van kleinschalig, gezamenlijk beheer van slootkanten en bermen en het instellen van een meetnet voor de waterkwaliteit, zodat calamiteiten snel aan het Hoogheemraadschap doorgegeven kunnen worden.”

Een bijkomend effect van de diversiteit aan onderwerpen is dat het netwerk met organisaties in het plassengebied is versterkt. Zo wordt de samenwerking met de stichting De 12 Plassen geïntensiveerd. Het idee is dat daar de vergaarde kennis beter geborgd kan worden, zeker als de kennisbank van Watersnip daar ook bij betrokken wordt. 

Blik op de toekomst

Voor het komend seizoen staan weer nieuwe mini-cursussen op het programma. De cursus ‘Levende oevers’ is inmiddels achter de rug, komend najaar volgt een mini-cursus ‘Korstmossen en luchtkwaliteit’. Volgens Marlou zou het een goed idee zijn om aan ieder cursusthema een concreet project te koppelen. Daarbij verzucht zij overigens wel dat het niet zo kan zijn dat de kwaliteitsverbetering in het gebied vooral op het bordje van particulieren en vrijwilligers kan liggen. “Er liggen wettelijke taken op het gebied van waterkwaliteitsverbetering en natuurherstel bij de provincie, het Hoogheemraadschap en de gemeente. Naar mijn mening moeten die overheidsorganen daar veel steviger op inzetten.”

Zij laat de inzet daarvoor echter graag aan haar opvolgers over, want evenals Loes Kamer heeft zij afscheid genomen van het kernteam, dat nu bestaat uit Frans Kingma (KNNV), IJsbrand Swart (IVN), Marijke van Riel, Dick Voskamp en Joke Welings.