Raad werkt aan how-to voor participatie

Politiek

BODEGRAVEN-REEUWIJK - Vorige week werd in de raad de semi-finale versie van de nieuwe participatieverordening besproken. De fracties waren enthousiast over het stuk, dat participatieprocessen voortaan beter georganiseerd en inzichtelijker moet maken.

In de afgelopen maanden heeft een werkgroep van raadsleden zich gebogen over de participatieverordening. Wanneer in 2022 de Omgevingswet wordt ingevoerd, is elke gemeente verplicht zo’n verordening te hebben, maar de raad van Bodegraven-Reeuwijk wilde er graag al zo snel mogelijk mee aan de slag. De verordening legt vast dat er bij elk participatieproces moet worden nagedacht over het doel, het niveau van participatie (van informeren tot aan meebeslissen), de hoeveelheid invloed die inwoners hebben, hoe er wordt gecommuniceerd, wanneer deelnemers hun inbreng kunnen leveren, hoe het proces transparant blijft, wat de kosten zijn en wat er met de uitkomst van een proces wordt gedaan. Het concept is besproken met een aantal bewoners, de wethouders, de burgemeester en raadsleden. De woorden ‘transparantie’ en ‘verwachtingsmanagement’ vielen geregeld bij het opstellen, maar ook het woord ‘samen’ was belangrijk.

Constructief debat
Reinder van Meijeren (CDA) zette als eerste spreker gelijk een aantal van zijn zorgen op de kaart. Allereerst wees hij op het belang van het ‘primaat van de politiek’. Participatieprocessen leveren soms spanning op als de uitkomst niet strookt met de ideeën van de gekozen volksvertegenwoordigers, namelijk de raadsleden. Zij hebben uiteindelijk het laatste woord en daar moeten geen valse verwachtingen over bestaan. Reinoud Doeschot (GL) deelde zijn zorg. Daarnaast waarschuwde Van Meijeren voor de stempel die enkele mensen op een participatieproces kunnen drukken als zij welbespraakt hun weg weten te vinden naar het podium. “We moeten in gedachten houden dat een grote groep inwoners zich in het midden bevindt en zich niet fel uitspreekt.” Ten derde onderstreepte Van Meijeren het belang van de dorps- en wijkteams voor participatie. Ook andere raadsleden hechtten hier waarde aan en vonden dat er en discussie plaats moest vinden over de precieze rol van de dorps- en wijkteams in het participatieproces. Voorzitter van de werkgroep die aan de participatieverordening had gewerkt Elly de Vries (D66) nam het commentaar ter harte en wilde aan deze punten zeker aandacht besteden.

Remco Tijssen (BurgerBelangen) stipte aan dat er in het eindverslag van een participatieproces ook terugkoppeling moet zijn als er níet iets met de uitkomst van het proces is gedaan. Het moet duidelijk zijn dat mensen wel zijn gehoord, maar dat er in dat geval een goede reden was om toch een andere keuze te maken. Daarnaast miste Tijssen kwalitatieve elementen in de evaluatie van het proces door het college. Niet alleen meetbare wijzigingen, ook nieuwe inzichten en ideeën kunnen hier worden genoemd. De Vries schreef mee en riep Tijssen op om vooral mee te denken over meer kwalitatieve evaluatiepunten.

Johannes Mattiesing (SGP) maakte nog de kanttekening dat de raad zich niet in een té vroeg stadium moet bemoeien met overeenkomsten waarin de plannen voor een nieuw project nog niet vastliggen. De Vries begreep zijn zorg, maar wierp ook tegen dat in deze overeenkomsten voorwaarden worden bepaald voor het verdere traject. Als die voorwaarden relevant zijn voor het participatieproces, zijn ze relevant voor de participatieverordening.

Groeidocument
De Vries benadrukte dat het document een ‘groeidocument’ is. “Het is niet in beton gegoten. De start van het proces om beter te luisteren, mee te denken en mee te doen.” Ook het stroomschema, dat de verordening kort en krachtig moet samenvatten, kan visueel nog worden verbeterd. 14 juli komt de definitieve versie in de gemeenteraad.

Tekst: Key Tengeler

Advertentie

Categorieën