Windmolens kunnen het landschap domineren (foto ter illustratie). Beeld: Bert Verver
Windmolens kunnen het landschap domineren (foto ter illustratie). Beeld: Bert Verver

Lokaal eigendom bij duurzame energieopwekking blijft zoektocht

Politiek Duurzaam Politiek

BODEGRAVEN-REEUWIJK - Vorige week besteedden we in deze krant uitgebreid aandacht aan de wens van de gemeenteraad om bij lokale energieprojecten ten minste te streven naar 50% lokaal eigendom. Met dit percentage wordt verwacht dat het draagvlak voor projecten groter wordt en dat een deel van de opbrengsten terug zal vloeien naar de samenleving. Na de presentatie in de inspraakraad bleek ook tijdens de vergadering van de commissie Ruimte dat aan het invullen van de wens nogal wat haken en ogen kleven.

door Bert Verver

De opiniërende discussie in de raadscommissie was bedoeld om aan het college een richting mee te geven, op welke wijze in onze gemeente invulling gegeven zou kunnen worden aan de eerder uitgesproken wens van 50% lokaal eigendom. Het was maar goed dat het om een opiniërende bespreking ging, want tijdens de inbreng van de verschillende fracties bleek dat woorden geduldig waren, maar dat het wel eens moeilijk zou kunnen zijn om op een juiste manier de regels op te stellen. Zowel Lisbeth Hertogh (PvdA) als Judith Wijtenburg (GroenLinks) zagen in het lokaal eigendom kansen om ook mensen met een kleine beurs deel te laten nemen aan de projecten. 

Tijdens de gedachtewisseling bleek echter steeds vaker dat de invulling van de regelgeving daarvoor nog niet zo eenvoudig zal zijn. Dat werd extra duidelijk doordat Kees-Willem van Os (VVD), die in de energiebranche werkzaam is, aan de hand van enkele voorbeelden aantoonde dat de bandbreedte waarbinnen lokaal eigendom mogelijk is wel erg groot is. Hij vreesde dat door ingewikkelde regelgeving projecten vertraging zullen oplopen. Hij deed ook de suggestie om het lokaal eigendom bij grote projecten te regelen door afspraken te maken met investeerders over de uitgifte van certificaten ten behoeve van inwoners. 

Henk van der Smit (SGP) vreesde ook voor ingewikkelde regelgeving en vroeg het college de beleidsregels vooral simpel en betaalbaar te houden. Daarbij sprak hij de vrees uit dat de regelgeving veel van de schaarse ambtelijke capaciteit zou vragen, een vrees die later ook door onder andere Frank Rijkaart (LLBR) en Jan van Rooijen (CDA) werd uitgesproken.

Grote oppervlakten

In zijn beantwoording lichtte wethouder Jan Leendert van den Heuvel nogmaals toe wat de doelstelling was van het nieuw te vormen beleid. Hij wilde van de commissie graag horen welke lokale eisen toegevoegd zouden moeten worden aan de basisregels die al in de Regionale Energie Strategie waren opgenomen. Hij maakte duidelijk dat het in eerste instantie ging over de aanleg van ‘zon op het land’ en dat het niet om windmolenprojecten ging. 

Om aan de afgesproken eisen te voldoen is tenminste een zonneveld van 22 hectare nodig, een oppervlakte die bij verschillende commissieleden de vraag deed oproepen waar dat gevonden zou moeten worden en of het elektriciteitsnet daar wel geschikt voor zou zijn. Ook werd de vrees geuit dat het wel eens moeilijk zou zijn grondeigenaren daarvoor te interesseren, zeker als 50% van de revenuen terug moeten vloeien naar de samenleving. Daarbij werd ook gewezen op het feit dat deelname door particulieren ook betekent dat zij mede aansprakelijk zullen zijn voor de risico’s die aan de projecten kleven.

De conclusie was dat er in ieder geval snel gewerkt moet worden aan beleidsregels, zodat die geïmplementeerd kunnen worden in afspraken over projecten die zonder twijfel binnen afzienbare tijd de kop op zullen steken. De wethouder beloofde verder te gaan met de beleidsvoorbereiding en zegde toe de commissie en raad daarin mee te zullen nemen.

Hamerstukken

In de aanloop naar de gedachtenvorming over het lokaal eigendom besloot de commissie dat het raadsvoorstel om de bestemming van vijf bedrijfswoningen in het sierteeltgebied de bestemming ‘plattelandswoning’ te geven als hamerstuk naar de raad kan gaan. Deze bestemmingswijziging zorgt er voor dat woningen die, bijvoorbeeld door schaalvergroting, als bedrijfswoning overbodig zijn geworden, niet leeg blijven staan. De hernieuwde Subsidieverordening Klimaatadaptieve Maatregelen gaat ook door als hamerstuk. Deze verordening kan tot en met 2024 op voldoende steun rekenen. 

De vraag is of dat na de afgesproken evaluatie begin 2025 nog het geval zal zijn. In de verordening is de subsidie voor het vergroenen van tuinen weggevallen en zal meer aandacht besteed worden aan de actie geveltuinen’. 

In de begroting is een bedrag van bijna 41.000 euro opgenomen als stimuleringssubsidie.

Advertentie

Categorieën