Naast de kruidenierswinkel werd er vanaf 1893 ook met een boot gevaren.
Naast de kruidenierswinkel werd er vanaf 1893 ook met een boot gevaren. Foto:

Hard werken voor de kruidenier van 'De Dorpswinkel'

REEUWIJK - Vorige week las u over de familie achter de familie Graafland, die de 'Dorpswinkel' had aan de Platteweg tot 1968. Deze week gaan wij verder in op de opkomst en het einde van deze dorpswinkel.

Arie Graafland en zijn vrouw Margaretha Ooms kochten in 1881 het woonhuis met erf, weg, water en watering aan de Platteweg H 209 (nu Platteweg 45, red.) in Sluipwijk. Met de start van de winkel was hij het eerste kruideniersgeslacht Graafland.


Bootje varen

Naast de kruidenierswinkel werd er vanaf 1893 ook met een boot gevaren. Deze boot lag vol met artikelen, zoals kruidenierswaren, drogisterij artikelen, klompen, keulse potten, verf, behang, petroleum en nog veel meer. Het was een varende kruidenierswinkel, een parlevinker, en op zichzelf al heel bijzonder. De vaarroute ging op maandag langs de Platteweg, Vlietdijk en tot halverwege de Twaalfmorgen. Daar overnachtte hij in de roef (roef achter op het schip, red.) waar hij ook een pistool bewaarde. Op dinsdag ging hij langs de tweede helft van de Twaalfmorgen naar Oukoop. Daar meerde hij zijn boot aan aan de ligplaats aan de Oukoopsedijk. In de avond ging hij, als het goed weer was, huiswaarts over de plassen Nieuwenbroek en Vrijhoef. Op woensdag voer hij via de sluis en de Breevaart naar Reeuwijk-Brug. Vervolgens ging hij verder langs de 's-Gravenbroekseweg naar de Zoetendijk. Via de Reede, Groene Ree en de Breevaart ging hij dan weer terug naar huis. Hij voer de routes op vaste dagen, zodat de inwoners wisten wanneer Arie Graafland langs zou varen. In de winter, als de plassen bevroren waren en het ijs sterk genoeg was, liep hij een deel van de route met een turfslede over het ijs.


De volgende generatie

Zijn hele leven werkte Arie Graafland hard, maar op 74-jarige leeftijd overleed hij. Hij liet zijn vrouw met negen kinderen achter. De vijfde zoon van het stel, Bastiaan, zette het kruidenierswerk voort met hulp van zijn moeder. Dat zou maar een jaar duren, want al snel overleed hij plotseling op de Korssendijk. Hij was net 30 jaar oud.

De familie voelde zich verplicht naar de buurtschap Sluipwijk om de winkel open te houden. Pieter Jan (Piet) was de enige die in aanmerking kwam voor het overnemen van de winkel, maar hij was een tuinder in hart en nieren. Maar Piet, net 23 jaar oud, erkende zijn verplichting en nam de verantwoordelijkheid van de winkel over. Hij moest erg wennen aan zijn nieuwe functie, maar gelukkig hielp zijn moeder hem waar zij kon.


Op de fiets

Piet bracht bestellingen rond op zijn transportfiets in plaats van met de boot. Tijdens een bezorging maakte een meisje aan de Twaalfmorgen indruk op hem. Al snel werden ze verliefd op elkaar en in 1938 trouwde Piet met Hendriksje (Hennie) de Bruin. Piet was toen 35 jaar. Langzaam nam Hennie de winkel over. In 1946 overleed de moeder van Piet, Margaretha Ooms, op 81 jarige leeftijd. Vlak voor haar overlijden liet zij de onroerende goederen, waaronder de winkel en het woonhuis, aan haar zoon Piet.

Piet en Hennie moesten hard werken om hun kinderen groot te brengen en rond te kunnen komen van de kruidenierswinkel. Vanaf 6.00 uur 's ochtends konden klanten terecht in de winkel voor hun pruim tabak, suiker in een puntzakje of stroop in een kannetje. Aan klanten die het niet konden betalen, werden toch brandstoffen geleverd in de winter. Soms werd er pas jaren later betaald, toen de winkel er al niet meer was. De kinderen van Piet en Hennie gingen in de huishouding, bouw en tuinonderhoud werken. Zo verving de oudste zoon, die timmerman was, het kleine winkelraam voor een groot etalageraam en boven het raam plaatsten zij 'De Dorpswinkel'. De winkel en zijn bewoners waren alom bekend en zeer gewaardeerd in de wijde omgeving.


Definitief gesloten

Het was hard werken voor de kruidenier en de jaren gleden voorbij. De kinderen trouwden en gingen de deur uit. Niemand wilde de kruidenierswinkel overnemen. Rond 1968 werd er dan ook een opheffingsuitverkoop aangekondigd en toen deze succesvol werd beëindigd werden de deuren van 'De Dorpswinkel' definitief gesloten. Zij hebben nog 8 jaar in de woning gewoond en zijn daarna naar Reeuwijk-Brug verhuisd. Ze hebben er nog jarenlang van elkaar, van hun kinderen, kleinkinderen en het leven genoten.

Tekst: Wim Verweij







< niet plaatsen >


Het bekende kruideniers geslacht Graafland.

Arij ( Arie ) Graafland werd geboren in het jaar 1799 te Bergambacht en overleed in 1866 te Zwammerdam, trouwde in 1824 te Zwammerdam met Christina de Lely, geboren op 1-11-1801 te Bergambacht, overleden op 13-1-1878 te Zwammerdam.

Uit hun huwelijk werden elf kinderen geboren waaronder, Gijsbert Graafland van beroep bouman, geboren op 3-10-1825 te Nieuwkoop, hij was het tweede kind in het grote gezin en werd de stamvader van het bekende kruideniers geslacht in Sluipwijk gemeente Reeuwijk. We waren er niet bij maar … het zou zo maar kunnen dat hij op de Woerdense paardenmarkt andere boeren tegen elkaar hoorde zeggen, dat de nog jonge en rijke boer Wouter Hofland was overleden en een vrouw en drie kinderen achterliet op de grote hofstede. Zijn weduwe was nog maar 29 jaar oud en een gezonde hard werkende boerenvrouw. Bovendien zag ze er nog jeugdig uit, dat zag Gijsbert wel als hij op zondag ter kerke ging, hij vond haar altijd bevallig zoals ze drie banken schuin voor hem in de andere rij plaats nam met haar gezin. Het liet hem niet los, ze is even oud als ik dacht hij, zou ze wat voor hem zijn en zou ze hem wel willen? Bij de avond maaltijd vroegen zijn moeder en vader wel eens, Gijsbert heb je nog geen eigen meidje, je loopt al naar de 30 hoor, het wordt tijd! Nou gelijk hebben ze dacht hij, op de boerderij van zijn ouders kan hij niet blijven, hij moet zijn eigen bedoening zien te krijgen. Later in het jaar hoorde hij dat de hofstede van boer Hofland verkocht was ten gunste van de erven Hofland. Waar zou Gerrigje dan met haar 3 kinderen naar toe gaan vroeg Gijsbert zich af ?

Thuis hadden ze dat nieuws ook gehoord en zijn moeder merkte op: “ Gijsbert, zou Gerrigje de weduwe van Hofland geen goede vrouw voor jou kunnen zijn ? ” En zijn vader vervolgde, als je met haar een huwelijk aan gaat brengt ze aardig wat mee in haar trouwen! Ik ga haar maar eens gauw op een avond opzoeken besloot hij. Hij moest er wel enige moed voor verzamelen maar het is er toch van gekomen en na enige tijd zijn ze het eens geworden. Gijsbert Graafland trouwde toen hij 30 jaar oud was op 8-2-1856 te Rietveld en de Bree, in gemeenschap van goederen met Gerrigje Rooken, geboren op 19-10-1825 te Lange Ruige Weide, ze was 30 jaar oud en net een jaar weduwe. Waarschijnlijk is Gijsbert een poosje bij haar ingetrokken. En misschien dat hij een paar maanden later hoorde vertellen op de Bodegraafse kaasmarkt dat er een mooie boerderij met landerijen te koop stond onder Oukoop en daar wilde hij wel wat meer van weten. Zo kwam hij ten kantore van de gebroeders Prince terecht, koopmannen en fabrikanten te Gouda. Hij ging met hen in onderhandeling en behaalde een goed resultaat. Van hen kocht hij op 1-5-1857 een hoeve onder Oukoop, gelegen op de zogenaamde vrije heerlijkheid “ De Wiltenburg “ met enige perselen land, schuren en nog een boerderij onder Oukoop voor 10.000,00 guldens.

( zie de aankoop akte )

De boerderij verhuurde hij en zelf betrok hij met zijn vrouw en zijn drie stiefkinderen de hoeve op “ De Wiltenburg “ en dat kwam mooi op tijd want de hoeve van boer Hofland moest ontruimd worden. Het was hard werken om alles op orde te krijgen maar Gerrigje werkte hard met hem mee. Ze kregen samen 6 kinderen in de zeven jaren dat ze samen waren. Waaronder Arie die het 5e kind was en de eerste winkelier Graafland zou worden. Helaas werd Gerrigje ziek en overleed op 4-10-1863 te Sluipwijk, ze was 38 jaar oud en liet haar man met 9 kinderen achter. Het was nog op haar verzoek dat er op 20-10-1863 een boedelscheiding plaats vond op “ De Wiltenburg “ ten gunste van haar 3 kinderen met Wouter Hofland.

( zie akte boedelscheiding )

Zo’n 3 jaar later hertrouwde Gijsbert Graafland in gemeenschap van goederen op 17-11-1866 te Ammerstol met Jannigje de Bruin, geboren in 1837 te Bergambacht. Ze was 29 jaar oud toen ze de nieuwe boerin werd op de hoeve “ De Wiltenburg “ en de zorg kreeg over 9 stiefkinderen. Ze bracht weer warmte, orde en regelmaat in het grote gezin. Uit dit huwelijk werden er 8 kinderen geboren. Na een leven van grote zorgen en hard werken overleed Jannigje op 13-11-1896 te Reeuwijk, ze was 59 jaar oud en liet een man met 17 kinderen achter. Een jaar na haar overlijden vond er op verzoek van Gijsbert Graafland op 9-2-1897 een nieuwe boedelscheiding plaats.

( zie de akte boedelscheiding )

Nog geen drie maanden later op 2-5-1897 overleed ook Gijsbert Graafland, hij was 72 jaar oud. In dat zelfde jaar van zijn overlijden op 9-9-1897 vond er een openbare verkoop plaats op “ De Wiltenburg “ en werden de hoeve en schuren, percelen, weilanden en rietlanden etc., verkocht aan verschillende nieuwe eigenaren waaronder Arie van Spengen.

( zie de verkoop akte )

De totale opbrengst van alle goederen bedroeg 39.354,03 guldens welke werden verdeeld onder de nog levende kinderen en echtgenoten en aan schuldeisers. Gedurende veertig jaar woonde en boerde Gijsbert Graafland en zijn kinderen volgens de aankoop en verkoop akten op de zogenaamde en vrije heerlijkheid “ De Wiltenburg “ .

We komen nu terug bij Arie Graafland, het 5e kind van Gijsbert Graafland en Gerrigje Rooken, hij werd geboren op 20-7-1861 op “ De Wiltenburg “ te Oukoop, in de gemeente Reeuwijk en werd bouwman. Later ook koopman en winkelier. Hij was 26 jaar oud toen hij op 4-11-1887 trouwde met Margaretha Ooms, geboren op 17-12-1864 te Vlist Bonrepas. Hun huwelijk werd in Sluipwijk voltrokken. Zij gingen wonen in een huis aan de kleine Platteweg, waar later een camping is geweest. Daar werd hij koopman en winkelier. Ongeveer achttien jaar later kocht Arie op 21-12-1881 voor 1600,00 guldens van Marrigje de Wit, weduwe van Frank Verwoerd, onder vrijwaring van alle stoornissen en beletselen in het algemeen, een woonhuis met erf, weg , water en waterring aan de Platteweg H 209 te Sluipwijk gemeente Reeuwijk. Daar begon hij een winkel en is het kruideniers geslacht Graafland begonnen.

( zie de aankoop en verkoop akte )

Naast de kruidenierswinkel werd er vanaf 1893 ook met een boot gevaren, verkopende allerhande artikelen zoals kruidenierswaren, drogisterij artikelen, klompen, keulse potten en grof en fijn aardewerk, nachtspiegels geëmailleerd of van aardewerk, petroleum en borstelwerk, verf en kwasten, behang enz. enz. Het was een varende kruideniers winkel, een parlevinker en op zich heel bijzonder.

De vaarroute ging vanaf maandag langs de Platteweg, Vlietdijk en de Twaalfmorgen tot ongeveer op de helft, hij overnachtte daar in het achterroefje waar hij ook een pistool bewaarde. Op dinsdag ging hij verder langs de tweede helft van de Twaalfmorgen, vervolgens naar Oukoop en meerde daar zijn boot aan de ligplaats aan de Oukoopsedijk. In de avond ging hij, alleen als het weer goed was, huiswaarts over de plassen Nieuwenbroek en Vrijhoef. Op woensdag voer hij via de sluis en de Breevaart naar Reeuwijk-brug, vervolgens verder langs de s ‘Gravenbroekseweg naar de Zoetendijk. Dan verder naar de Reede en de Groene Ree en dan via de Breevaart weer terug naar de Platteweg, voorheen nr. H 209 en heden huisnummer 45. Het waren vaste dagen waardoor de inwoners wisten op welke dagen Arie graafland, in de volksmond Aai pot genoemd omdat er altijd keulse potten op de voorplecht stonden, langs zou varen. De boot is in gebruik geweest tot 1920, daarna is hij uit de vaart genomen. In de winter als de plassen bevroren waren en het ijs sterk genoeg was liep hij een deel van de route met een turfslede over het ijs. Arie Graafland overleed op 11-4-1935 te Sluipwijk, hij was 74 jaar oud. Ze kregen samen 9 kinderen en hun 5e kind zoon Bastiaan, geboren op 18-3-1896 te Reeuwijk en 29 jaar oud, zette het kruideniers werk voort met hulp van zijn moeder. Dat zou maar een jaar duren want op 15-3-1926 bleef hij plotseling dood op de Korssendijk, net 30 jaar oud. Wat nu, de familie voelde zich verplicht tegenover het buurtschap Sluipwijk en de gemeente Reeuwijk om de winkel aan te houden. Wie neemt dan de winkel over? Van de 9 kinderen kwam alleen Pieter Jan ( Piet ) geboren op 31-5-1903 te Reeuwijk in aanmerking, maar die was een tuinder in hard en nieren en had grote bewondering voor de schepping , zou hij dat willen doen? Piet net 23 jaar oud, erkende de verplichting van zijn familie naar hun klanten toe en nam die verantwoordelijkheid op zijn schouders, gisteren nog tuinder en vandaag kruidenier. Het was hard werken en hij moest erg wennen aan het kruidenier zijn, gelukkig hielp zijn moeder hem in het winkeltje.


Hij zelf bracht op zijn transport fiets, meestal zwaar beladen, de bestellingen rond. Zo gebeurde het dat hij bij een bezorging in de Twaalfmorgen, geholpen werd door een heel leuk meisje dat indruk op hem maakte. Hij keek er naar uit om daar opnieuw bestellingen af te moeten leveren en hoopte haar dan weer te zien. Dat gebeurde meestal ook want ook zij zag hem graag komen. Ze werden verliefd op elkaar en Piet hoorde dat zij uit Piershil kwam en in betrekking was op dat adres. Na enkele jaren zijn ze het samen eens geworden. Het was op 12-10-1938 dat Pieter Jan ( Piet ) Graafland, toen 35 jaar oud in Piershil trouwde met Hendriksje ( Hennie ) de Bruin, geboren op 14-2-1908 te Piershil, zij was 30 jaar oud. Uit dit huwelijk werden 5 kinderen geboren. Ze hielp haar schoonmoeder in de winkel maar meer en meer werd de winkel aan haar overgelaten. Op 28-5-1946 vindt er een scheiding en deling plaats, tot volkomen genoegen van alle nog levende broers en zussen van de kruidenier, van winkel-woonhuis met erf, weg, water en waterring aan de Platteweg H 209 te Sluipwijk, gemeente Reeuwijk. Dat voormeld onroerende goederen behoort tot de ontbonden huwelijksgemeenschap van mej. Margaretha Ooms, weduwe van wijlen Arie Graafland, overleden op 11-4-1935 en dat deze geheel overgaat in eigendom aan haar zoon Pieter Jan Graafland. Margretha Graafland-Ooms overleed toen ze ruim 81 jaar oud was op 29-5-1946 te Sluipwijk, een dag na de overdracht. Piet en Hennie moesten samen hard werken om hun kinderen groot te brengen en om rond te kunnen komen van de kruidenierswinkel. Het was een winkel waar de suiker nog werd afgewogen in een puntzakje en de stroop in een kannetje. Al om 6.00 uur s’morgens konden klanten al terecht op weg naar hun werk voor een pakje shag of pruim tabak. Aan klanten die het niet konden betalen werden er toch brandstoffen geleverd in de winter, als wij warm zitten dan zij ook was hun stelling, want zij hadden hun naasten lief! Betaal het later maar wanneer het uit komt zeiden ze dan. Nou dat gebeurde ook, soms jaren later pas. Toen de winkel er al niet meer was en zij met pensioen waren werden er nog schulden afbetaald. Soms als de kruidenier op zaterdagavond het kasboek opmaakte kon hij wel eens verzuchten, als al mijn klanten nou eens hun schulden betaalden kan ik de leveranciers betalen. De kinderen gingen naar het voortgezet onderwijs. Na hun schooltijd gingen de meisjes in de huishouding werken en van de drie jongens werd de oudste timmerman, de tweede ging in het tuinonderhoud, de jongste werd meubelmaker en niemand had er zin in om de kruidenierswinkel over te nemen. Het kleine winkelraam werd vervangen door een groot etalage raam en boven het raam kwam toen te staan “ De Dorpswinkel “ in zwarte houten letters, gemaakt door de oudste zoon de timmerman. De winkel en zijn bewoners waren alom bekend en werden zeer gewaardeerd in wijde omgeving. En alle kinderen werden geacht een handje toe te steken uit school of na hun werk, vakken bij vullen of schoonmaken, folders rondbrengen etc. Het was hard werken voor de kruidenier en zijn vrouw en zo gleden de jaren voorbij. De kinderen trouwden en gingen de deur uit en de kruidenier en zijn vrouw kwamen op pensioen gerechtigde leeftijd en groeiden er naar toe de winkel te sluiten. Rond 1968 werd de opheffingsuitverkoop aangekondigd en toen deze succesvol werd beëindigd werden de deuren van “ De Dorpswinkel “ definitief gesloten, geen kruidenier Graafland meer! Hij en zijn vrouw zijn er wel nog enkele jaren blijven wonen en hebben er nog heerlijk genoten van hun oude dag. De voormalige kruidenier heeft daar zijn oude liefde voor het tuinieren weer helemaal opgepakt. In zijn plantenkas bracht hij vele uurtjes door en kweekte er bijzondere cactussen waarvan er sommige maar een etmaal bloeiden. Op 15-6-1976 werden het perceel grond en water met het daarop staande woonhuis, schuur en verdere opstallen verkocht. Piet en Hennie Graafland verhuisden naar een huis in Reeuwijk-brug en de plantenkas verhuisde mee. Ze hebben er nog jarenlang van elkaar, van hun kinderen en kleinkinderen en van het leven genoten!

Door : Wim Verweij.

Kruidenierswinkel.
Margaretha Graafland-Ooms
Begin kruidenierswinkel