In de vitrinekast boven de muskusrat de opgezette vissenkoppen.
In de vitrinekast boven de muskusrat de opgezette vissenkoppen. Foto: Foto: In de vitrinekast boven de muskusrat de opgezette vissenkoppen

‘Voor mij is het de fascinatie van de anatomie'

REEUWIJK - Misschien is het ooit ontstaan doordat jagers hun jachttrofeeën aan de muur wilden hangen. Of juist door biologen die benieuwd waren hoe de anatomie van een vogel of zoogdier in elkaar zat. Wat de oorsprong ook is, biologieleraar Hans vertelt enthousiast over het fenomeen 'taxidermie'.

Taxidermie is de kunst van het opzetten. Zo’n opgezet dier geeft je de kans ze uitgebreid te bekijken en aan te raken, wat in de vrije natuur nooit lukt. Doorgaans zijn ze zo schuw dat ze wegschieten voor je ze goed en wel gezien hebt, laat staan dat je ze kan aaien. Biologieleraar Hans was al vroeg gefascineerd door het fenomeen. “Bij mij op school was een onderwijsassistent die er erg goed in was. Er was altijd wel een clubje leerlingen dat ademloos toekeek. Het is een precisiewerkje, waar eindeloos geduld bij is vereist."

Jarenlang was het absoluut niet populair om dieren op te zetten, maar nu is er weer belangstelling van jonge mensen. "Vooral bij kunstenaars die gebruik maken van de techniek om de dieren in hun kunstwerken te verwerken. Ik ben het vooral uit nieuwsgierigheid naar de anatomie gaan doen."


Tijdens een vakantie aan de Schotse kust kwam Hans een zwerm half vergane Jan van Genten tegen. "Waarom er zoveel lagen, weet ik niet. Om te foerageren stort een Jan van Gent zich loodrecht naar beneden om zo de gespotte vis uit zee te halen. Hij komt met een noodklap op het water. Als je hun schedel bekijkt, dan zie je de kreukelzones die zo’n klap op kunnen vangen. Dat vond ik zo intrigerend, daar is bij mij de fascinatie weer opgelaaid." Hans sneed een aantal van de koppen los en nam ze mee achter in de auto - uiteraard in ontsmettingsmiddel in plastic containers. "Thuis heb ik ze, nadat ik de koppen heb leeg gehaald, op ons balkonnetje in de Bijlmer op een campinggasstelletje uitgekookt.”

Je moet er tegen kunnen

Deze preparering zal voor de één een vies verhaal zijn, de ander vindt het machtig interessant. Er zijn verschillende technieken en hier beschrijven we de manier waarop Hans het doet. Hij leerde het prepareren tijdens een tweejarige cursus van één dag in de maand, samen met theorie en wetskennis. “De buik wordt opengesneden en alle organen worden er met buikvlies en borstvlies in één keer uitgehaald. Ook het skelet wordt eruit gehaald. Bij vogels laat je de schedel zitten, want de snavel zit daaraan vast. Wat lastig is om weg te halen, is het vet dat aan de huid vastzit. Dat is echt monnikenwerk. Uiteindelijk houdt je een lege jas over, die je looit. De huid van het dier is dan min of meer flexibel en die vul je op - taxidermie is de Latijnse uitdrukking voor het ordenen van de huid. Voor sommige dieren zijn mallen te koop, maar confectiematen zitten, net als bij kleding, niet bij iedereen als gegoten. Dus zul je moeten modelleren om de jas mooi aansluitend te krijgen. En dan begint het grote gepriegel. Als een vogel of zoogdier in de natuur alle veren of haren weer op zijn plaats wil hebben, schudt hij even stevig en dan zit alles weer gestroomlijnd. Bij het opzetten heb je die mogelijkheid niet en moet je het zelf doen. Veertje voor veertje. Daarin zie je de hand van de vakman terug."


Het bestaat niet meer

Het beroep preparateur bestaat niet meer. Het is tijdrovend handwerk waar vrijwel niemand het geld voor over heeft. Hans: “Ik ken wel een collega die honden en katten opzet. Ze levert echt vakwerk, Fikkie ligt er keurig bij. Maar het moppie van weleer komt nooit meer terug. De ziel is uit het dier en als eigenaar zie je dat. Er is een bekend verhaal over een Mastino (zo’n enorme Italiaanse vechthond) die voor een flinke smak geld is opgezet, maar de eigenaar heeft het dier nooit opgehaald. Het voelde toch niet hetzelfde, was te pijnlijk. Het bedrijf heeft de hond voor verschillende tentoonstellingen kunnen verhuren en daarmee zijn ze uit de kosten gekomen, maar vrijwel niemand wil een paar honderd euro neerleggen voor een opgezette mus.”


Dat mag overigens niet, een opgezette mus, want mussen vallen in de categorie beschermde diersoorten, vertelt Hans verder. "De handel in opgezette dieren is terecht een halt toegeroepen. Een korenwolf of zeehond, uiterst beschermde diersoorten, mogen niet worden opgezet. Dieren die bejaagd mogen worden, zowel vogels, vissen als zoogdieren, vallen daarbuiten."


Fascinatie

Hans: “Voor mij is het vooral de fascinatie van de anatomie. Net als de Jan van Gent met de kreukelzones in zijn schedel is elk dier toegerust met specialiteiten die hij nodig heeft om te overleven. Naast het prepareren van de huid en het opzetten van het dier is het reconstrueren van het skelet ook een uitdaging voor mij, als een puzzel met honderden stukjes. Op dit moment ben ik samen met een vriend met vissen aan het experimenteren. Jawel, ook vissen hebben een skelet dat je op kunt zetten."


Hans hoeft liever niet met foto en al in de krant. "Ik doe het echt alleen voor mijzelf. Vragen van anderen om een dier op te zetten kan ik niet honoreren.” De vitrinekast gaat open. Er staan allerlei inheemse zoogdieren en vogels in. Ze hebben vrijwel allemaal een hoge aaibaarheidsfactor, behalve de egel. Alhoewel ook zijn stekels enorm fascineren, zo gestroomlijnd. De hand van de vakman zie je er in terug.

Tekst en beeld: Marlien van Leeuwen

Egeltje.
Afbeelding