Ingezonden brief

Het eerlijke verhaal van Merel van Dijk


"We zien enorme stukken groene Noordpool," lamenteert Merel van Dijk, fractievoorzitter van GroenLinks, in haar column 'Politici aan het woord' in de uitgave van 10 maart. Dat lijkt mij zeer bijzonder, aangezien de Noordpool zich bevindt op drijfijs, ergens in het midden van de oceaan. Bijzonder vind ik ook dat de goede Merel wél refereert aan 'waanzinnig hoge temperaturen in Rusland', maar in het geheel niet aan de evenzeer waanzinnig láge temperaturen zoals die onlangs in Spanje en onder andere in de Amerikaanse staat Texas werden gemeten.


Afgezien van de vraag of, zoals zij schrijft, de urgentie met betrekking tot klimaatverandering hoog is, lijkt het mij verder dat Nederland, dat met zijn voorbeeldig schone industrie en dito samenleving een voorbeeld is voor de hele wereld, niet bepaald de juiste partij is om het voortouw te nemen in initiatieven met betrekking tot klimaatverandering. De Nederlandse bijdrage aan de wereld-CO2-uitstoot bedraagt ergens tussen de 0,8 en 1,4 procent. Als wij hier in Nederland uitsluitend nog zuivere zuurstof met bloemetjesgeur zouden uitstoten, zou dat in het meest gunstige geval op een wereldtemperatuurreductie van 0,00007 procent uitkomen - een onmeetbare waarde. China is met een bijdrage van 37 procent aan de wereld-CO2-uitstoot niet alleen de grootste 'speler' in dit geheel, maar mag, zoals vastgelegd in de Akkoorden van Parijs, vooralsnog óók nog eens vrijelijk op dezelfde voet voortgaan. Voor de komende tijd voorziet het land dan ook het in bedrijf stellen van honderden kolengestookte energiecentrales. Merel van Dijk is, zoals dat heet, 'barking up the wrong tree'. Haar Klimaatalarm moet ze dus niet hier in Nederland luiden, maar in Brussel of, beter nog, Beijing.



Keddo Göllner