De dynamiek van korfbal
BODEGRAVEN
In groep vier speelde Sander Twaalfhoven mee met het schoolkorfbaltoernooi, dat georganiseerd werd door AKV Vriendenschaar. Vanaf dat moment was hij om. Destijds vond hij het vooral een leuk spelletje. Inmiddels, als 17-jarige, geniet hij van de tactieken die je kunt inzetten. De bal blijft altijd bewegen. Ga je voor een afstandschot? Of kies je voor de doorloper of hoop je de strafworp?
door Marlien van Leeuwen
Tactiek maakt korfbal interessant. Als de tegenstander een fout maakt, maak je daar gebruik van. Je denkt na over waar je staan, waar de bal is en waar je tegenstander. En als het even kan, kom je met de punten van het veld. Sander bestempelt zichzelf wel als fanatiek: hij traint twee keer in de week en op zaterdag speelt hij een wedstrijd.
Challenge
In de coronaperiode heeft ook de korfbal stilgelegen, maar al snel werd er in mogelijkheden gedacht. Zo bedacht de trainer van Sander, Rob van den Hoogenband, naast de onderlinge wedstrijdjes ook een challenge waarbij (net als bij basketbal) met vier tegen vier werd gespeeld. Het spel wordt op één veld gespeeld en na het doelpunt gaat de wedstrijd gewoon door onder het motto ‘niet mauwen, want dan gaat de bal naar de tegenstander’. Normaal gesproken zijn er twee (binnensport) of drie (buitensport) vakken. Het vak waar de bal niet is, heeft even rust. Bij de challenge is die rust er nooit, dat maakt het extra zwaar.
Onvrede
Wat Sander bijzonder maakt voor de vereniging, is dat hij uit een soort onvrede scheidsrechter is geworden. Dat klinkt negatiever dan het is. Sander: “Ik ben begonnen, omdat ik vond dat ze het totaal niet goed deden.” Hij gaf commentaar, waarop de scheidsrechter hem de vraag toesnauwde wie er nou de scheidsrechter was. Die handschoen nam Sander op.
Bij Vriendenschaar kreeg Sander goede begeleiding van onder andere Jan van der Meer. De spelregels, die kende hij wel, maar waar loop je als scheidsrechter, zodat je het hele veld kunt overzien en toch ook achter degene blijft die de bal heeft? Inmiddels fluit Sander al voor het tweede jaar. “Als scheidsrechter ben je de baas over de wedstrijd. Jij bepaalt hoe die verloopt.”
Dikke vrienden
Met de jongens uit zijn team speelt hij al vanaf de F-jes en inmiddels zijn ze dikke vrienden. Het leuke van de niet al te grote vereniging is dat je er altijd terecht kan. Iedereen staat voor de ander klaar. Het spelen met meiden en jongens door elkaar is voor Sander niet de reden om korfbal te spelen; het gaat hem er meer om wie er goed is en wie niet. Dan maakt het niet uit of je een jongen of een meisje bent. Wat Sander betreft moet je vooral het spelletje leuk vinden.