Toekennen omroeplicentie aan BR6 staat op losse schroeven

Politiek

Na een debat van ongeveer 2,5 uur heeft de commissie Bestuur & Financiën besloten de raad een negatief advies te geven over de toekenning van de omroeplicentie aan BR6 voor de komende 5 jaar. Verschillende fracties willen ook een positie geven aan Editie Groene Hart. Daarom voelen zij meer voor een koepelorganisatie waaronder beide organisaties kunnen functioneren.

Een onafhankelijke adviescommissie heeft een uitgebreide analyse gemaakt van de sterke en zwakke punten van de organisaties. Op grond daarvan is een advies uitgebracht om de licentie te gunnen aan BR6. Het college nam dit advies over, maar al tijdens de inspraakraad twee weken geleden bleek dat de raadsfracties niet zomaar akkoord waren met dat advies. Daarbij werd door enkele fracties de wens uitgesproken het zogenaamde ‘NPO-model’ in te voeren. Volgens dat model zou er een koepelorganisatie worden ingericht waaronder beide kandidaten kunnen functioneren. Daarvoor is echter wel een goede samenwerking nodig en BR6 heeft aangegeven die samenwerking niet te zien zitten. Dat laatste was duidelijk tegen het zere been van de commissieleden. De raad had zich al eerder juist voor die samenwerking uitgesproken.

Publiek belang
Robin Borg (BBR) wees als eerste spreker op het publieke belang van een goede samenwerking tussen de twee kandidaten. Hij onderstreepte het belang van de lokale omroep, die in zijn ogen moet functioneren als de waakhond van de lokale democratie. Hij vond dat het college op de stoel van de raad was gaan zitten en te ver was gegaan door een voorkeur voor BR6 uit te spreken. Hij zag daarin een onterechte beloning voor een partij die samenwerking uitsluit. Robin sprak een duidelijke voorkeur uit voor het NPO-model, omdat de burger erbij gebaat is dat beide partijen hun journalistieke diensten kunnen aanbieden. Hij kondigde een amendement daarover aan bij de behandeling in de raad.

Kritiek had Borg ook op onderdelen van het door de adviescommissie opgestelde rapport. Zo vond hij het onduidelijk wie de wegingscriteria had opgesteld. Ook zag hij geen analyse van de journalistieke prestaties in de praktijk. Hij was dan ook van mening dat het advies uit het rapport niet overgenomen moet worden door de raad.

Criteria
Het gedegen voorbereide betoog van Robin Borg werd door de andere fracties in de commissie dankbaar omarmd, omdat zijn opmerkingen aansloten bij hetgeen zij zelf aan de orde hadden willen stellen. Bert Oudenaarden (PvdA) zag twee gemotiveerde organisaties met ieder een eigen DNA, maar met vergelijkbare doelen. Hij constateerde dat in het rapport het onderdeel ‘governance’ een zware lading had gekregen en dat daardoor het verschil in weging tussen de organisaties was bepaald.

Willem Zuyderduyn (Lokaal Liberaal) had liever gezien dat het rapport inhoudelijk door het college was beoordeeld in samenspraak met de twee kandidaten, omdat dat fouten had kunnen voorkomen. Zijn kritiek richtte zich ook op BR6, omdat de woordvoerder daarvan bij de inspraakraad had aangegeven dat een koepelorganisatie juridisch niet mogelijk zou zijn, terwijl nu bleek dat het wel mogelijk is. Namens D66 miste Elly de Vries een weging van de financiële gezondheid van beide partijen. Evenals de sprekers voor haar sprak zij haar voorkeur uit voor het NPO-model. Voor dat laatste ging ook Reinoud Doeschot, al was wat hem betreft nog niet duidelijk aan welke criteria de raad de meeste waarde moest hechten.

Ook Robin Kersbergen (VVD) sprak zijn voorkeur uit voor het NPO-model. Hij betreurde het dat de raad niet in september al bij het proces betrokken was, omdat dat een soepeler uitvoering had kunnen opleveren. Nico de Heij (CDA) riep beide partijen op een flinke stap te zetten naar samenwerking. Als laatste spreker sloot Matthijs Kortleven zich bij de woorden van De Heij aan. Hij voegde er wel aan toe dat uit gesprekken met beide partijen was gebleken dat ze allebéí niet voor samenwerking voelden.

Deskundigheid
Wethouder Dirk-Jan Knol gaf aan dat het college vooral heeft gezocht naar deskundigheid in de adviescommissie om een goede afweging te maken. Het college heeft zich bewust zo ver mogelijk van de inhoud vandaan gehouden. Hij benadrukte dat het college in de inhoud van het rapport geen aanleiding had gezien om van het advies af te wijken. 

Bert van Valburg van het bedrijf Media Adviseurs Nederland beantwoordde zo goed als mogelijk alle vragen. Hij gaf toe dat er een foutje was geslopen in een cijfermatig overzicht, maar vond verder dat er sprake was geweest van een zorgvuldig en transparant proces, waarbij beide partijen zich vooraf uit hebben kunnen spreken over de samenstelling van de onafhankelijke commissie en de opgestelde criteria. Hij vertelde dat ook de samenwerking tussen de partijen aan de orde was gesteld, maar dat BR6 niet bereid bleek die samenwerking aan te gaan. Er is niet gekeken naar journalistieke prestaties uit het verleden omdat de opdracht was zich op de gepresenteerde plannen te richten. Het aspect ‘governance’ is wat Bert betreft wel degelijk belangrijk, omdat er rare situaties kunnen ontstaan als de mooie plannen op papier niet stroken met de bestuurlijke structuur.

Nogmaals proberen
Ook in de tweede termijn werden er nog flink wat vragen gesteld om de situatie duidelijker te krijgen. Omdat het er naar uitziet dat de meerderheid in de raad straks kiest voor het NPO-model, werd door wethouder Knol toegezegd nogmaals op korte termijn het aspect ‘samenwerking’ bij de partijen aan de orde te stellen.

Vooralsnog werd besloten de kwestie voor de raadsvergadering van vanavond op de agenda te houden. Of de behandeling doorgaat, hangt af van de gesprekken met de media-organisaties en de reactie van het Commissariaat van de Media over het verlengen van de aanvraagtermijn.