Parkeerproblematiek Bodegraven-Centrum moddert voort

Politiek

Sinds de lancering van het Centrumplan Bodegraven is de parkeerproblematiek een belangrijk gespreksonderwerp bij zowel de inwoners en ondernemers als bij de politiek. Uit onderzoek is gebleken dat kleinschalige oplossingen te weinig soelaas bieden om de problemen op te lossen en dat het beter is te zoeken naar ‘robuuste oplossingen’. In de laatste vergadering van de commissie Ruimte in deze raadsperiode stond het onderwerp opnieuw op de agenda.

Om de problematiek verder in kaart te brengen vraagt het college de raad om een investeringsbudget. Met dit budget zouden financiële en ruimtelijke verkenningen worden uitgevoerd, beleidskaders opgesteld en een plan van aanpak gemaakt waarin ook de initiatieven van de inwoners kunnen worden meegenomen.

Omdat de gemeente slecht bij kas zit, vroeg Henk van der Smit (SGP) zich af hoe intensief dat onderzoek zou moeten zijn. Wat hem betreft zou het onderzoek zich moeten richten op de zone tussen ‘Rijn en trein’. Een parkeerplaats of -garage bij het station zag hij als een van de weinige concrete mogelijkheden om een ‘robuuste oplossing’ te verzorgen.

Van der Smit vroeg zich ook af of de parkeernorm van 150 meter loopafstand niet opnieuw tegen het licht moet worden gehouden. Dat was ook het idee van Loïs Verheul (PvdA), die twijfels had over de noodzaak van het onderzoek. De problemen voor mensen die slecht ter been zijn, zouden met een vergunning kunnen worden opgelost.

Wethouder Jan Leendert van den Heuvel leek wel wat te voelen voor het oprekken van de afstandsnorm, omdat hij merkte dat sommige bouwprojecten niet door kunnen gaan omdat zij de norm niet halen. Hij zag echter nog enkele kansrijke particuliere initiatieven die verder moeten worden uitgewerkt. Een parkeervoorziening bij het station noemde hij ‘op het randje’, gezien de loopafstand.

Oplossingen opperen
Steffan Benders (Lokaal Liberaal) zag in de plannen weinig terug van het betrekken van inwoners. Hij vreesde dat er een spanningsveld zou ontstaan tussen de nieuwbouw van woningen en het aantal beschikbare parkeerplaatsen. Hoewel het puur om een onderzoeksopdracht ging, legde hij toch een aantal suggesties op tafel om tot een oplossing te komen.

Tom Kalkman (ChristenUnie) vroeg zich af of het mogelijk is om ondergronds parkeren te verplichten bij de ontwikkeling van nieuwe projecten. Ook deed hij de suggestie te onderzoeken of de middenstand mee zou kunnen betalen. 

Milou Visch (GroenLinks) zag het liefst een autovrij centrum en vond het parkeerprobleem nog niet zo erg groot. Daarbij stelde zij de vraag wiens probleem nu eigenlijk opgelost moest worden: dat van de inwoners of van de bezoekers? Zij zelf dacht dat het de laatste groep was.

Elly de Vries (D66) stelde vast dat de kosten voor het onderzoek niet inzichtelijk waren en kreeg later van wethouder Jan Leendert van den Heuvel de toezegging voor een verduidelijking. De optie van betaald parkeren bleef zij echter, evenals Monique Jonker (PvdA), lastig vinden, omdat gratis parkeerplaatsen juist een lokkertje is voor winkelend publiek. 

Namens de VVD deed Kees Willem van Os de oproep nog eens te kijken of een ondergrondse parkeerplaats onder het Rosarium mogelijk is, maar volgens de wethouder vormde die omgeving niet het belangrijkste knelpunt. 

Financiën sturen keuze
Wethouder Van den Heuvel verhulde niet dat de slechte financiële positie van de gemeente invloed zal hebben op de keuze tussen de vier mogelijke oplossingen met diverse (nog geheime) prijskaartjes. Hij suggereerde dat er wellicht moet worden gekozen de bestaande parkeergarage bij het winkelcentrum te optimaliseren of eventueel uit te breiden. Overigens dacht hij ook dat een betere bewegwijzering naar weinig gebruikte parkeerlocaties nog wat verlichting kan brengen. Volgens de wethouder staat betaald parkeren niet bovenaan het wensenlijstje van het college.

Het laatste woord over het voorstel is nog niet gezegd, want de commissie besloot om het als bespreekstuk in de raad te brengen.