Arie van Sinttruije voorziet Wim Edelman van zijn koffie. Beeld: Bert Verver
Arie van Sinttruije voorziet Wim Edelman van zijn koffie. Beeld: Bert Verver

Verenigingsleven zalencentrum De Brug

Human Interest Human Interest


REEUWIJK - Iedereen kent ze wel, die gesprekjes op verjaardagen over ‘hoe het vroeger was’. Het verenigingsleven is daarbij een dankbaar onderwerp. In verschillende dorpen zijn de verenigingen nog steeds levendig, maar geleidelijk aan zijn er ook veel verenigingen verdwenen of van karakter veranderd. Om daar een beeld van te krijgen gingen wij op bezoek bij het 60-jarige Zalencentrum.

door Bert Verver

Aangeschoven voor het gesprek zijn Wim Edelman en Arie van Sinttruije. Wim is inmiddels 86, maar als jonge kerel was hij een van de initiatiefnemers van wat toen ‘het verenigingsgebouw’ ging heten. Arie volgt als bedrijfsleider sinds 32 jaar het wel en wee van de verenigingen. Wim weet zich nog te herinneren dat de toenmalige burgemeester van Reeuwijk, Willem Ernest baron von Knobelsdorff, na zijn benoeming in 1955 de aanzet gaf voor de oprichting van een gebouw waar alle verenigingen een plaats in konden vinden. “Door mijn lidmaatschap van Margriet en Uit en Thuis raakte ik bij dat initiatief betrokken.”

Het verenigingsleven speelde zich voor een groot deel af in de café’s Zomerzorg, Van Dam (’t Wapen) en De Sport. In de naoorlogse jaren groeide het verenigingsleven als kool en werden die ruimtes te klein. Bovendien brandde Zomerzorg in 1955 grotendeels af, zodat de situatie nog nijpender werd. Er werd een enquête gehouden en zo’n 25 verenigingen en organisaties gaven aan geregeld of incidenteel gebruik te willen maken van een verenigingsgebouw. De burgemeester had goede connecties en wist twee derde van de kosten gesubsidieerd te krijgen. Eén derde moest door de verenigingen zelf worden opgebracht. “Dat lukte wonderwel,” vertelt Wim. “In 1962 kon het verenigingsgebouw worden geopend, een uitkomst voor verenigingen en voor dorpsgenoten, die het gebouw al snel ontdekten voor hun bruiloften en familiefeestjes.”

Ze bestaan nog steeds

Uit archiefstukken van De Brug, die overigens pas in 1972 die naam kreeg, blijkt dat de verenigingen die toen positief reageerden op de enquête nog steeds gebruik maken van De Brug. De namen van bijvoorbeeld Uit en Thuis, Vios, de damvereniging Denk en Zet en de EHBO staan nog steeds op de huurderslijst. Toch behoren ook veel namen inmiddels tot de vergetelheid. Arie: “Toen ik 32 jaar geleden hier begon, vormden de verenigingen een groot deel van het huurdersbestand. Bijna alle verenigingen uit de beginjaren waren er nog. Er heerste toen echt nog een dorpse sfeer. Geleidelijk aan zag je het veranderen.”

De behoeften werden anders, mensen bleven met een mooie show of voetbalwedstrijd liever voor de buis hangen en het ontbrak aan instroom van de jeugd. Langzamerhand zag Arie de ooit bloeiende verenigingen wegkwijnen. Gemis aan opvolgers in het bestuur gaf dan meestal de doodsteek. “Zo verdwenen onder andere carnavalsvereniging De Turftukkers, de Damescontactclub en de Plattelandsvrouwen, het Christelijk Gemengd Koor en de schaakclub Reeuwijk.” 

Arie vertelt dat het niet altijd een opheffing was die tot het vertrek van een huurder leidde. “Er zijn natuurlijk ook fusies geweest, bijvoorbeeld bij de vakbonden, de ijsclubs en de landbouworganisaties. De schaalvergroting leidde tot minder behoefte aan zaalruimte.” Sportactiviteiten verhuisden naar een sporthal of een privé-accommodatie, het Comité Ouden van Dagen is nu de seniorenvereniging Reeuwijk 55+ met een eigen onderkomen in het dienstencentrum van De Reehorst en zo zijn er nog wel wat voorbeelden te noemen. Daarnaast ziet Arie dat de belangstelling is afgenomen voor de ooit zo traditionele ontspanningsavonden, zoals de roemruchte kienavonden van Uit en Thuis en de feestavonden van Margriet. “Dat betekende het einde van die evenementen en het traditionele ‘bal na’ bij de uitvoeringen.”

Graadmeter voor maatschappij

Volgens Wim kun je een zalencentrum als De Brug zien als een graadmeter voor maatschappelijke ontwikkelingen. Hij volgt De Brug door de jaren heen en constateert dat de behoefte aan activiteiten geleidelijk is veranderd. “De mobiliteit van de jeugd is toegenomen. Eerst kreeg je de trek naar discotheken, maar dat is inmiddels een stuk minder. Daarentegen zijn festivals veel populairder geworden, net als grote dorpsfeesten zoals Bruisend Reeuwijk. Daarnaast zijn videogames een grote trekpleister. Daarvoor hoef je de bank niet af.”

Arie sluit zich daarbij aan en ziet een verschuiving in het gebruik van de zalen. “We zijn nog steeds het dorpse verenigingsgebouw, maar we hebben ook meer een regiofunctie gekregen. Het aantal organisaties en bedrijven dat zaalruimte huurt is aanzienlijk toegenomen en in het weekend zijn er regelmatig feestavonden van verenigingen.” Daarnaast is De Brug van belang voor andere organisaties die de leefbaarheid van het dorp vergroten. “We bieden ruimte aan de gemeente, het hoogheemraadschap, Verenigingen van Eigenaren en diverse andere organisaties. De echt grote bruiloften met 250 gasten zijn er bijna niet meer, maar sinds wij een trouwlocatie zijn, vinden er regelmatig huwelijksvoltrekkingen plaats.”

Het verenigingsleven in Reeuwijk-Brug is veranderd, maar zowel Arie als Wim benadrukken dat er nog steeds genoeg te doen is, of het nu gaat om een paar uurtjes bridgen, toneel, het kapellenfestival van de Kakofonie of de mooie klassieke concerten van Reeuwijk Klassiek.