De Nederlands Hervormde dorpskerk in Reeuwijk-Dorp.
De Nederlands Hervormde dorpskerk in Reeuwijk-Dorp. Foto: Bert Verver

Meer dan 700 jaar kerkgeschiedenis in Reeuwijk-Dorp

Algemeen

REEUWIJK

Verscholen achter enkele prachtige rode beuken ligt in Reeuwijk-Dorp de Nederlands Hervormde dorpskerk. Op 15 oktober was het 150 jaar geleden dat in deze kerk de eerste dienst werd gehouden. Komend weekend wordt er aandacht besteed aan dit feit en kan iedereen de kerk bezichtigen. Voorzitter van de kerkenraad Henk van der Smit heeft zich verdiept in de geschiedenis van de kerk en gaat daarover in gesprek.

door Bert Verver

Volgens Henk is al rond 1295 sprake van een kerk in Reeuwijk-Dorp. “Die kerk heeft gestaan op het kerkplein, tegen de muur van de begraafplaats. Het was een zogenaamde kruiskerk, die veel leek op de kerk in Waarder. De Reeuwijkse kerk was echter slecht gefundeerd en was op een gegeven moment in een dusdanig slechte staat dat hij moest worden afgebroken. Er werd in die tijd nog geen belang gehecht aan de historische waarde van dit soort gebouwen. Hoe de fundering eruit moet hebben gezien, is nooit echt achterhaald. Met de materialen van de afgebroken kerk is in ieder geval zuinig omgegaan, want stenen zijn hergebruikt. Van de afgebroken kerk resten op dit moment alleen nog de plavuizen en grafzerken. Ook de preekstoel en het kruis dat op de kerk staat zijn bewaard gebleven.”

Ambachtsheren
Henk vertelt verder hoe religie zich in Reeuwijk-Dorp heeft ontwikkeld. Vóór de Franse tijd werd de religieuze stroming van het dorp bepaald door de ambachtsheren. Het waren ook de ambachtsheren die opdracht gaven tot het bouwen van een kerk en daarin financieel bijdroegen. Daardoor was de keuze nauw verweven met de politiek. “Rond 1600 werd de regio opgedeeld in een katholiek en een protestants gedeelte. Het katholieke gedeelte was gericht op de kerk in Randenburg, die ook dienst deed voor Boskoop. Deze kerk is later vervangen door de katholieke kerk in Reeuwijk-Dorp en een kerk in Boskoop. De kant van Sluipwijk werd protestants en dat werd ook de stroming van de nu jubilerende kerk. Oorspronkelijk heette die kerk overigens ook de ‘Petrus en Pauluskerk’, maar die naam is eigenlijk nooit gebruikt en nu voorbehouden aan de katholieke kerk.”

Na de Napoleontische tijd werden kerk en staat formeel gescheiden, maar voor de bouw van de nieuwe dorpskerk was wel toestemming nodig van de minister van Kerkzaken, die ook een financiële bijdrage leverde. “De financiën werden verder aangevuld door de meer vermogende kerkleden en de leningsovereenkomsten - daarover heb ik nog veel in het streekarchief terug kunnen vinden. Veel leden waren echter ‘min-vermogend’, zoals dat toen werd genoemd. Zij hadden minder dan 250 gulden inkomsten per jaar. Van hen werd geen bijdrage verwacht door de kerkvoogdij, die bestond uit de dominee, de burgemeester en de huisdokter.”

Minder heipalen
De dorpskerk heeft destijds meteen een nieuw orgel gekregen, maar verder moest er op de kleintjes worden gelet. Henk heeft uit de bouwtekeningen achterhaald dat er ongeveer twintig heipalen minder zijn geslagen dan oorspronkelijk was berekend. “Een verkeerd besluit, want dat heeft ertoe geleid dat het nieuwe gebouw in de loop der jaren scheuren kreeg, waardoor enkele ingrijpende restauraties nodig zijn geweest.” De zuinigheid blijkt verder uit het feit dat er tijdens de bouw af en toe een kerkdienst werd gehouden in het kleine kerkje in het buurtschap Middelburg. Deze kerk had echter geen orgel, wat betekende dat de organist de helft van zijn jaarsalaris, dat toch al niet riant zal zijn geweest, moest inleveren.

In de Tweede Wereldoorlog raakte de dorpskerk bijna haar kerkklok kwijt aan de Duitsers. “Ze haalden de klok uit de kerk om hem samen met andere kerkklokken per schip naar Duitsland te vervoeren. Het schip zonk echter op het IJsselmeer en een deel van de klokken werd teruggevonden en weer aan de rechtmatige eigenaren teruggegeven, waaronder de Hervormde Gemeente in Reeuwijk-dorp.”

500 lidmaten
Toen de dorpskerk werd gebouwd had de kerkelijke gemeente nog zo’n 500 lidmaten, maar kort na de oplevering van de kerk werden dat er zo’n 200 minder omdat de Reeuwijkse buurtschappen ’s-Gravenbroek en Elfhoeven kerkelijk bij Reeuwijk werden ingedeeld. De inwoners van deze buurtschappen werden geacht zich daarom aan te sluiten bij de kerk in Sluipwijk, die enkele jaren eerder was gebouwd.

Na 1971 is het aantal zitplaatsen in de kerk terug gebracht naar 120, omdat toen in Reeuwijk-Brug de Ichthuskerk werd gebouwd en het aantal kerkbezoekers in Reeuwijk-Dorp verder afnam. Bestuurlijk vormen de kerken een eenheid, maar van de 1100 tot 1200 kerkelijke leden woont zo’n 80 procent aan de oostzijde van de A12 en die zijn derhalve meer georiënteerd op de Ichthuskerk. De dominee verzorgt de diensten in beide kerken. In coronatijd gebeurde dat met videoverbindingen. Henk is echter blij dat die tijd momenteel weer achter de rug is, zodat de kerk weer kan functioneren als fysieke ontmoetingsplaats.

Zaterdagmiddag 30 oktober van 14.30 tot 16.30 uur is de kerk te bezichtigen en kun je nog meer te horen over de geschiedenis van het gebouw en haar plaats in de Reeuwijkse gemeenschap. In verband met de coronamaatregelen worden een beperkt aantal mensen tegelijk binnengelaten.

Advertentie

Categorieën