Adrie van Vliet op zijn proefperceel.
Adrie van Vliet op zijn proefperceel. Foto: Loes Kamer

Ecologisch maaibeleid werpt zijn vruchten af met bloemrijke bermen

Algemeen

In 2016 startte de gemeente met een nieuw bermbeheer met meer oog voor de natuur. Adrie van Vliet zet uiteen wat ecologisch bermbeheer inhoudt en waarom het van belang is. John van Gemeren van Watersnip geeft een toelichting over het monitoren van de resultaten.

BODEGRAVEN-REEUWIJK

De gemeenteraad nam in juli 2015 een motie aan voor meer ecologisch verantwoord bermbeheer met als doel een betere uitstraling van de bermen, meer biodiversiteit, ecologische verbindingen en belevingsplekken langs wandel- en fietspaden te creëren. Vijf bedrijven werden geselecteerd en tijdens een raadsvergadering stevig doorgelicht. Uiteindelijk koos de raad voor aannemerscombinatie Reijm-Van Vliet uit Waarder om het werk uit te voeren: Reijm voor het knotwerk, Van Vliet voor het maaien van de bermen en slootkanten. Bij die keuze was niet de prijs, maar het bedrijfsplan van doorslaggevende betekenis. Het 6-jarig raamcontract waarmee het beheer wordt geregeld, loopt volgend jaar af. Daarna wordt het om de twee jaar herzien. 

Biodiversiteit

De motie werd ingediend door de toenmalige wethouder met natuur in de portefeuille Martien Kromwijk (BBR) vanuit de achterliggende gedachte dat door de flora te verrijken de fauna (met name bijen en vlinders) meer kans zou krijgen om zich te ontwikkelen. Met andere woorden, nieuw beleid zou leiden tot meer biodiversiteit. Dat houdt in dat er meer insecten zijn en een gezond bodemleven, die beide van belang zijn voor een evenwichtig ecosysteem en voor de voedselproductie. Insecten zorgen bijvoorbeeld voor de bevruchting en dus vermenigvuldiging van gewassen (groente en fruit).

Met wat voor beleid krijg je dat voor elkaar? “Door laat in het seizoen en slechts twee keer per jaar te maaien krijgen bloemzaden de kans om zich te verspreiden,” vertelt Adrie van Vliet. Daarbij geeft hij kwetsbare, minder snel groeiende soorten meer kans om zich te ontwikkelen door sommige bodems te ‘verschralen’ (verminderen van de hoeveelheid voedsel in de bodem). Dit wordt bereikt door het maaisel af te voeren. “Het verschralen kost tijd, soms is het een kwestie van lange adem, daarom richten we ons vooral op hoogwaardige, kansrijke bermen.”

De bermen worden grofweg verdeeld in vijf categorieën: A voor kansrijk en hoogwaardig tot en met D voor kansarm en ruig, met B/C als tussencategorie. Tot de A-categorie behoren bijvoorbeeld de Lucassenlaan, de Nieuwdorperweg, de bocht in de Reeuwijkse Randweg, het Limespark en het Boterhammenpad. Juist deze kansrijke stukken worden gekoesterd en vooral hier is relatief snel verbetering zichtbaar. 

Beeldmaatlat

Geel-witte bermen zijn weliswaar fraai om te zien maar voor de doelstelling minder interessant. Deze worden gedomineerd door fluitenkruid en raapzaad, dat groeit op voedselrijke bodems, Gewenst zijn daarentegen kleurrijke bermen met veldereprijs, paardenbloem, pinksterbloem en margriet. “Wij ontwikkelden een biodiversiteitsbeeldmaatlat om dit te monitoren,” vertelt John van Gemeren, die met Watersnip het beleid monitort. Kort samengevat: hoe meer kleur in de berm, hoe meer biodiversiteit. “We zien in de afgelopen jaren duidelijk een geleidelijke verschuiving naar hoogwaardiger en kleurrijker bermen, al blijven sommige wat achter. Dat betreft vooral de laagwaardiger, ruige bermen. Daarom is vooral het ‘laaghangende fruit’, de stukken in de A-categorie, interessant voor het behalen van succes.”

Werk in uitvoering

Er hebben meer veranderingen in het bermonderhoud plaatsgevonden. Zo wordt meer gebruik gemaakt van maaien en minder van klepelen dan voorheen. Adrie: “Door te klepelen sla je het gewas kapot. We werken bij voorkeur met kleine, scherpe mesjes die het gewas afsnijden.” En om de insecten die in het maaisel aanwezig zijn de kans te geven weg te komen, wordt het maaisel niet direct opgeruimd. Pas als het stuk helemaal gemaaid is, gaat het maaisel weg.

Naast aandacht voor de ecologische kant van het bermbeheer is ook zeker het veiligheidsaspect voor de gemeente van belang. Waar mogelijk wordt een smalle strook van 30 centimeter van de weg gemaaid, als het verkeer door onoverzichtelijkheid belemmerd wordt een bredere strook van 50 centimeter.

Een frustratie is wel dat prachtige bermen, zoals aan de Kerkweg, soms geraakt worden door onderhoudswerkzaamheden aan de weg, waardoor alles opengebroken moet worden. Het duurt jaren voordat zo’n berm weer op het oude niveau terug is.

Ook slootkanten zijn bijzonder kwetsbaar. Soorten als gele lis, dotterbloem, kattenstaart, moerasspirea en koekoeksbloem groeien in weke grond op de grens van land en water en hebben speciale aandacht nodig. Adrie: “Het is de uitdaging om dit soort moeilijke stukken op een goede manier te bewerken. We zijn daarom continu bezig onze machines aan te passen en betere methoden te ontwikkelen, dat was ook al de passie van mijn vader.”

door Loes Kamer

Ecologisch beheerd postzegeltje aan het Treebord in Reeuwijk.

Advertentie

Categorieën