Vrijdagochtend 7 augustus hebben Kees Vaessen en Dick Pepplinkhuizen uit Dodewaard, beiden kleinzoons van Cornelis Burggraaf, het verzetskoffertje van Cornelis Burggraaf na 75 jaar aan omzwervingen aangeboden aan Cock Karssen en de Historische Kring.
Vrijdagochtend 7 augustus hebben Kees Vaessen en Dick Pepplinkhuizen uit Dodewaard, beiden kleinzoons van Cornelis Burggraaf, het verzetskoffertje van Cornelis Burggraaf na 75 jaar aan omzwervingen aangeboden aan Cock Karssen en de Historische Kring.

Koffertje na 75 jaar terug in Bodegraven

Historie Verhalen uit het archief

BODEGRAVEN - Begin augustus dit jaar kwamen twee familieleden van Cornelis Burggraaf naar Bodegraven met een 75 jaar oud koffertje. Dit koffertje bevatte papieren, plattegronden en andere zaken die dateren uit de Tweede Wereldoorlog. Zij zijn afkomstig van Cornelis Burggraaf, die sinds 1935 leraar in Nederlands en Engels was aan de Ulo in Bodegraven.

Door Cock Karssen

Burggraaf was betrokken bij het verzet tegen de Duitsers. Hij verzamelde inlichtingen via de Ordedienst en werd commandant van de Bodegraafse Knokploeg. In 1944 werd deze organisatie op verzoek van de regering in Londen omgevormd tot de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten, om van binnenuit te helpen bij de bevrijding. Het waren geen moderne strijdkrachten, maar mannen in overalls en buitgemaakte geweren. Cornelis Burggraaf werd commandant.

Levensgevaarlijk
Via wapendroppingen wist men aan wapens te komen, maar ook voor die tijd wist men ze op slinkse wijze te bemachtigen. Ook veel particulieren hadden wapens in huis, wat natuurlijk levensgevaarlijk was. Meestal ging het goed, tot eind 1944. Commandant Burggraaf kreeg een inval in zijn huis in de Spoorstraat. Door een stommiteit van de overvallers wist hij via de achterdeur te ontsnappen. Zijn dochter, die ook niet bang was, bracht via het dak een koffer met belangrijke papieren bij de buren, zodat er geen belastend materiaal werd gevonden. Maar uit woede dat de prooi ontsnapt was, werden mevrouw Burggraaf, de beide dochters en een zoontje gevangen genomen en opgesloten in de Jozefschool aan de Overtocht.

Er moest nu getracht worden te redden wat te redden was. Twee jonge verzetsstrijders, Ed van Leeuwen en Jur Windhorst, wisten ‘s nachts nog wat uit het verlaten huis te smokkelen. Ook S. de Rijk, die bij de school werkte, ondernam in de nacht pogingen om de gevangenen uit het gebouw te krijgen. Via een ladder, die tegen de voorgevel werd gezet, wist hij moeder en zoon vrij te krijgen. Bij de dochters, die in verschillende lokalen aan de achterzijde gevangen zaten, mislukte de bevrijding, doordat de Duitse wacht geluid hoorde. Moeder, zoon en De Rijk werden gearresteerd en naar Gouda gevoerd, maar gelukkig na enige tijd weer vrijgelaten. Burggraaf zelf was ondertussen ondergedoken in Zwammerdam en ging daar door met zijn gevaarlijke verzetswerk. Op de foto is hij te zien als tweede van links na de bevrijding. In 1946 kreeg hij eervol ontslag bij de Ulo, waarna het gezin uit Bodegraven vertrok.

Veilig opgeborgen
Het bewuste koffertje met gegevens uit de verzetstijd verhuisde mee naar diverse plaatsen in Nederland en kwam ten slotte terecht bij de dochters Attie en Anneke, die naar Canada waren geëmigreerd. Nu vinden de nabestaanden, vertegenwoordigd door Kees Vaessen en Dick Pepplink, dat het koffertje met inhoud in Bodegraven thuishoort. Zij brachten het naar ondergetekende en het bestuur van de Historische Kring. Waarschijnlijk gaat men het gebruiken bij een tentoonstelling en wordt het daarna veilig opgeborgen bij het Streekarchief.

Kleindochter familie Gans
Na 75 jaar was er ineens contact met een kleindochter van de Joodse familie Gans, Deanna. Na een briefwisseling in 1984 met dochter Gans was alle contact met de familie, ondanks pogingen vanuit Bodegraven, verloren gegaan. Dit jaar heeft Deanna zelf via Facebook contact gezocht met ondergetekende om meer te weten te komen over het verleden van haar familie, waarvan zij pas kort geleden op de hoogte was gekomen.

Haar oma is Henriette van der Meent-Gans, die na de bevrijding met man en twee dochtertjes naar Canada is geëmigreerd. De ouders en vijf zusjes en broers van Henriette woonden aan de Emmakade in Bodegraven. De familie woonde al vele jaren in het dorp en stond er goed bekend. Henriette en haar zus Judith waren getrouwd en gingen in Alphen en Gouda wonen. In augustus 1942 kregen de vijf thuiswonende kinderen het bevel zich te melden in Westerbork. Na enkele angstige, onzekere maanden werden ook de ouders opgeroepen. Henriette is ondanks het verbod om te reizen nog naar Bodegraven gegaan om afscheid te nemen van haar ouders. Zij heeft geen van haar familieleden nog levend teruggezien.

Deze traumatische gebeurtenissen hebben ervoor gezorgd dat dit tot voor kort voor kleindochter Deanna verborgen is gehouden. Nu zij het weet, wil zij graag contact en hebben wij een intensieve e-mailwisseling gehad. Het coronavirus heeft meer contact voorlopig helaas verhinderd, maar Deanne wil zeker met haar zus Laura en broer Jay het contact verdiepen en ook naar Bodegraven komen.

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding

Advertentie

Categorieën