Grondige opknapbeurt voor Reeuwijkse buurt

Reeuwijk - Een aanloopje was nodig, maar binnenkort wordt dan toch gestart met de werkzaamheden om de openbare ruimte van Reeuwijk-Brug West opnieuw in te richten. Jarenlang uitten bewoners klachten over verzakkingen, stank, parkeerruimte et cetera. Die worden nu met een opknapbeurt door de gemeente opgepakt. De inrichting is afgestemd op de wensen en behoeften in de wijk. Het wordt een omvangrijke operatie, maar daarna kan de wijk weer voor jaren vooruit.

"Bewoners van deze wijk klagen al jaren over de verpaupering in dit deel van Reeuwijk-Brug, waarbij de term 'achterstandswijk' niet zelden werd gebruikt," vertelt Rene Stoppelenburg. "In z'n geheel is deze wijk wel 50 cm gezakt. Echter, wanneer we probeerden dit onder de aandacht van de gemeente te brengen, vonden we aanvankelijk weinig gehoor."

Dat veranderde na een bijeenkomst over de leefomgeving op 3 oktober 2016 in het Huis van Alles, georganiseerd door de gemeente met ondersteuning van het wijkteam. Behalve wethouder Kees Oskam waren daar 130 belangstellenden uit de wijk aanwezig. De wethouder zegde toen toe dat de wijk opgehoogd zou worden, met daarbij een forse ingreep in de riolering. Vervolgens werd projectleider Bas van de Kreeke namens de gemeente aangesteld en kwam de zaak in een stroomversnelling. De communicatie met bewoners werd aanzienlijk verbeterd, mede dankzij de cruciale (vertrouwens)rol van Bas. Er werden bijeenkomsten georganiseerd om het voorlopig ontwerp te presenteren. Bij bezwaren werden vervolgbijeenkomsten gehouden om, in kleine groepjes en straat voor straat, tot een oplossing te komen, in een positieve, constructieve sfeer. Sinds enkele maanden is Inge Nieuwenhuizen als verantwoordelijk dorps- en wijkwethouder bij de herinrichting betrokken. Bij de aanbesteding werd de opdracht gegund aan Bunnik Groep. Maarten Smits is als uitvoerder belast met de dagelijkse leiding van dit omvangrijke en tijdrovende project. Sandra van Grieken: "Als wijkteam zijn we heel positief over de communicatie, zowel met de gemeente als met Bunnik."

Planning

"In principe wordt de planning bepaald door de gemeente onze opdrachtgever," aldus Krijn Wijland, gebiedscoördinator bij Bunnik Groep. "Wij denken met de opdrachtgever mee - en met de informatie die we van de bewoners zelf krijgen - om die planning te optimaliseren. Aanvankelijk was het de bedoeling dat Winkelcentrum Bruggehoofd het eerst aan de beurt zou zijn. Omdat in de oorspronkelijke planning de uitvoering in de maanden november en december zou plaatsvinden, de maanden waarin winkeliers de meeste omzet draaien, is dit verschoven naar begin volgend jaar. Er zal over twee weken worden gestart met de Dorus Rijkersstraat, de Albert Schweitzerstraat en de Van Heuven Goedhartstraat."

Recent ontvingen de bewoners een brief waarin de globale planning voor het komende jaar uiteengezet wordt, met name de volgorde van de straten die worden aangepakt. "Verder zijn we bij de uitvoering ook afhankelijk van de planning van de nutsbedrijven: Stedin voor gas en stroom, Oasen voor de waterleiding en Rekam voor het datanet. Onvoorspelbare factoren als vorst en dergelijke zijn van invloed op hoelang de werkzaamheden gaan duren," vertelt Kees Koorevaar, projectleider bij Bunnik. "Om bewoners op de hoogte te stellen gebruiken we de BouwApp, houden we een inloopdag en zijn er inloopuren. We hechten waarde aan goede communicatie met de bewoners, het is hun wijk."

Gescheiden rioolstelsel

Momenteel is er nog sprake van een gemengd riool, waarbij hemelwater met het rioolwater afgevoerd wordt naar de afvalwaterzuiveringsinstallatie. Er wordt nu een gescheiden rioolstelsel aangelegd, waarmee het mogelijk is om het regenwater af te koppelen en de hoeveelheid af te voeren vuil water te beperken. Om verzakking in de toekomst te beperken zal gebruik worden gemaakt van licht ophoogmateriaal van vulkanische oorsprong: Yalibims. De nieuwe bestrating zal voor het grootste deel uit klinkers bestaan, slechts 10 procent van het asfalt dat wordt verwijderd, komt in het straatbeeld terug.

Tekst en beeld: Loes Kamer