Foto:

Visserslatijn

wo 19 jan 2022, 9:11 Column

Vroeger was de vis van iedereen. Althans, zo dachten we. Maar tegenwoordig mag zonder vergunning geen hengel worden uitgeworpen. De moderne visser is een soort natuurbeheerder geworden. Weer en wind vormen geen belemmering: voorzien van ultramodern materiaal, gehuld in speciale kleding trekt hij/zij erop uit. Met een tentje tegen de natuurelementen en dan maar hopen dat de vis bijt.

Achter de hobbyvisser staat een fikse organisatie: met tegen de 1200 leden is de Bodengravense Hengelsport Vereniging (BHSV) zelfs een van de grootste, zo niet de grootste vereniging van onze gemeente. Op indrukwekkende wijze geleid, met heldere uitgangspunten en doelstellingen, met onder meer een prachtige website als communicatietool; zie hier weer eens de kracht van een gemotiveerde vrijwilligersorganisatie.

De BHSV ‘runt’ een aantal viswateren in en om Bodegraven. Daar mag je alleen vissen met vergunning van de vereniging, die weer is aangesloten bij Sportvisserij Nederland. Tot het domein van de BHSV behoren onder meer het water bij Fort Wierickerschans, de Kerkvijver op de Vrije Nesse, de Warmoeswetering, diverse sloten en waterlopen in en rond Bodegraven, de Grote Wetering en de Nico Epping-plas. Er zitten joekels, zoals karpers tot 20 kg! Gevangen vis gaat terug, een foto is het bewijsstuk. De BHSV doet actief aan visbeheer, vastgelegd in een Visplan. Recent zijn bijvoorbeeld 243 spiegelkarpers, 100 kg boeren schubkarper en 100 kg snoek uitgezet. Onderlinge wedstrijden, jeugdcompetities: het lidmaatschap van de BSHV brengt veel.

Ook in Reeuwijk is vissen georganiseerd: watereigenaren werken daar samen in de Visserijpool, die vergunningen uitgeeft aan beroepsvissers en hobbyisten. In samenwerking met de gemeente wordt actief gewerkt aan verbetering van het waterpeil, vastgelegd in het Visstandbeheerplan Reeuwijks Plassen. Dat moet ertoe leiden dat in 2026 de kwaliteit van het leefmilieu in het Plassengebied zodanig is dat een gezonde en bij het gebied passende visstand zich zelf in stand kan houden. Conclusie: aan een potje visserslatijn gaat heel wat vooraf.