Nel Wagensveld-Schouten met haar zus Aagje.
Nel Wagensveld-Schouten met haar zus Aagje.

'Met elkaar moesten zij loten wie de dans zou ontspringen'

Historie

NIEUWERBRUG - Mevrouw Nel Wagensveld-Schouten is inmiddels 86 jaar. Haar zus Aagje is nu 93. Tijdens de Tweede Wereldoorlog woonden zij met hun familie in de Meije. Wagensveld: "Het is nu tijd om het verhaal te vertellen. Over vroeger, omdat we deze gebeurtenissen niet mogen vergeten."

Mevrouw Nel Wagensveld-Schouten is geboren en opgegroeid in de Meije, waar haar ouders boerden op de stee nét voorbij de School met de Bijbel, maar dan aan de overkant van het riviertje. Wagensveld: "Vandaar dat er een brug was. Het was destijds zelfs nog een draaibrug." En ook hier trok de Tweede Wereldoorlog voorbij.

Grootste probleem

"Eten was niet het grootste probleem," vertelt Wagensveld. "Groenten haalde je uit de tuin en het vlees uit eigen stal. Maar verder was het mondjesmaat, net als overal." Een groter probleem waren de onderduikers. Zij kwamen uit alle windstreken en hoe hield je die geheim? "Iedereen kende iedereen, dat was dus erg lastig. En een verrader slaapt nooit." Bij de familie Schouten verbleven voor langere tijd twee gevluchte Italiaanse soldaten. Anderen bleven vaak maar enkele dagen, voordat ze doorgingen naar een volgend adres. "Een van die volgende adressen was de vliering van kapper Louis van de Berg in de Noordstraat. Beneden kwamen hier regelmatig Duitse soldaten als klant. En dat terwijl er onderduikers op zolder zaten!"

Het was voor de Italianen lastig om ongezien verder te gaan. Ze hadden enkel hun uniform en geen reservekleding. "Moeder haalde de uniformen uit elkaar en naaide hier nieuwe kleding van," vertelt Wagensveld. "Och, niemand droeg toen kleding volgens een mode, dus dat ging goed."

Ontsnapt

Op Zegveld waren er op een gegeven moment zeven Italianen de pineut. Zij moesten mee met de Duitsers. Twee ervan zouden worden terechtgesteld. Wagensveld: "Met elkaar moesten zij loten wie de dans zou ontspringen." Zij zouden dan aan de ophaalbrug worden opgehangen, terwijl de omwonenden gedwongen werden toe te kijken. Dit weet mevrouw Wagensveld nog heel goed, omdat haar broer net bij Opoe in Zegveld was geweest toen hij er langskwam. "En dat terwijl wij zelf ook regelmatig onderduikers herbergden."

Na dit voorval werd uit voorzorg de brug opengedraaid. "De broers die bij ons ondergedoken zaten, verdwenen door de weilanden richting een woonboot, die verborgen lag tussen het riet aan de rand van de kleine Nieuwkoopse Plas." Deze woonboot was eigendom van een Haagse tandarts.

Later op de dag kamden de Duitsers de Meije verder uit. Nel zag het nog voor zich. "De brug stond open. We hadden deze vastgezet met een steekstok en een slot, zodat iemand met een lang touw de draaibrug niet dicht kon trekken. Dit was ook een veilige manier om rondtrekkend volk van je erf te houden. Schreeuwend stonden de Duitsers aan de overkant van ons erf." Maar de vader van Wagensveld, boer Schouten, deed net alsof hij ze niet kon verstaan en ging na een tijd op zijn gemak de sleutel halen. "Vervolgens werd onze hele woning overhoop gehaald, maar de jonge mannen zaten al hoog en droog in het riet. Daar was op geoefend."

Pronken

De boerderij van de familie Schouten is er een met historie. Door de jaren werd de boerderij voor verschillende doeleinden gebruikt, maar nu staat hij leeg. Van deze tijd heeft mevrouw Wagensveld nog een verzameling met spullen. Zo schilderde een van de onderduikers haar. Dit schilderij pronkt nu aan een muur in de woonkamer, naast een vitrine met daarin een deel van haar verzameling eierdoppen.

Tekst en beeld: Maarten J. Molenaar

Het schilderij dat door één van de onderduikers werd gemaakt.

Advertentie

Categorieën