Tolbord van vroeger en nu met de namen van de bruggemeesters.
Tolbord van vroeger en nu met de namen van de bruggemeesters. Foto: Cock Karssen

Geen burgemeesters, maar bruggemeesters

Historie Verhalen uit het archief

Driebruggen, Reeuwijk en Waarder hadden vroeger allen een eigen bestuur met een burgemeester. Maar bij Nieuwerbrug was dat anders. Daar had men geen burgemeesters, maar wel schouten en bruggemeesters.

door Cock Karssen

Nieuwerbrug viel tot in de 20e eeuw bestuurlijk onder vier gemeenten: Bodegraven, Waarder, Barwoutswaarder en Rietveld. De polders Barwoutswaarder, Bekenes, Kromwijk en Bulwijk werden vanaf de 17e eeuw bestuurd door de schout van Barwoutswaarder, met vierheemraden. Barwoutwaarder had zijn eigen rechthuis, een herberg die de naam ‘Schotsvarken’ had. Ook Rietveld, dat aan de overkant van de Rijn lag, had een eigen rechthuis: herberg De Roskam.

De taak van de schout was om de molens en de daarbij behorende molenvlieten te onderhouden en om te zorgen dat de boeren hun dijken en sloten goed onderhielden. Om droge voeten te houden was afwatering van het overtollige water nodig. Dat gebeurde eerst via de gegraven Wierickes naar de Hollandse IJsel, maar sinds 1535 wordt het water afgevoerd via de Rijn. De afvoer gebeurde met behulp van twee molens: de Lange Wiekermolen en de Oosteindmolen.

De Tolbrug en de bruggemeesters

Nieuwerbrug is alom bekend door de eeuwenoude Tolbrug. Al rond 1510 moet er een vaste houten brug geweest zijn, die in de 17e eeuw is vervangen door een stenen brug. In 1651 kregen de inwoners van de Staten van Holland toestemming om de brug te vervangen door een ophaalbrug, waarbij zij ook het recht kregen om tol te heffen op de doorvaart. Het beheer van de brug en de unieke tol heeft geleid tot het ontstaan van een eveneens uniek gezelschap: de bruggemeesters.

Rond 1651 hebben de Nieuwerbruggers een eigen plaatselijk bestuur opgericht dat de tolgelden beheerde, het onderhoud van de brug verzorgde en later ook de brandbestrijding voor haar rekening nam. Het college zetelde in Het Grauwe Paard. In de Brandschouwerij Nieuwerbrug moest iedereen bij alarm direct opdraven, waarbij de brandmeesters annex bruggemeesters de leiding hadden. Sinds de Tweede Wereldoorlog is de brandbestrijding een gemeentelijke organisatie geworden. Het eeuwenoude college van bruggemeesters bestaat echter nog steeds en is als een soort dorpsraad gaan fungeren. Het college is ook eigenaar van de tolbrug en de Onafhankelijksheidtoren.

Het recht om ook tol te heffen op alles wat óver de brug ging, bestaat sinds 1788. De tol geldt niet voor inwoners van Nieuwerbrug, maar voor mensen van buiten de gemeenschap. Het innen van de tolgelden wordt via verpachting uitbesteed aan een tolgaarder, volgens vaste regels. Nog altijd wordt de tol geïnd, en daarmee is dit de oudste particuliere tolbrug van Nederland. Op het historische tolbord bij de brug zijn de tolgelden vermeld. Tolgaarders waren onder andere Domburg, Winkelman, Van Rijswijk en Westhof. Sinds 1910 is de brug van metaal. De huidige brug stamt uit 1990.

Republiek aan de Rijn

In 1964 kwam Nieuwerbrug onder Bodegraafs bestuur met eigen raadsleden en ook wethouders. Voor diverse Bodegraafse bestuurders bleek de Nieuwerbrugse gemeenschap soms lastig te besturen te zijn door hun onafhankelijkheidsgevoel. Zelfredzaamheid en daadkracht waren door de eeuwen heen de kenmerken van de inwoners geweest. Dit zorgde altijd voor een gevoel van onafhankelijkheid. Zo hebben zij altijd een eigen school, brandweer, vuilophaling, huisartspraktijk gehad en unieke organisaties gehad als de kapelmeesters
en de bruggemeesters.

In 2010 werd door ‘Ik houd van Nieuwerbrug’ en de Werkgroep Innovatie Nieuwerbrug de Republiek aan de Rijn in het leven geroepen. Door allerlei activiteiten probeert de Republiek aan de Rijn de onafhankelijkheid van Nieuwerbrug te belichten. Zo zijn ook de borden met historie verschenen aan de grenzen van Nieuwerbrug. Een bekende documentaire over Nieuwerbrug heet dan ook niet voor niets: ‘Een klein dorp met eigenzinnige mensen’.

Advertentie

Categorieën