Wijzigingen in bestemmingsplan kunnen bezwaar wegnemen
PolitiekBODEGRAVEN-REEUWIJK - Na een lange periode van voorbereiding, stelde de gemeenteraad vorig jaar oktober het bestemmingsplan ‘Poort van Waarder en Dorp 14’ vast. Het bestemmingsplan maakt het mogelijk om bij de ingang naar Waarder, direct tegen de afrit van de A12, een nieuwe supermarkt te bouwen ter vervanging van de PLUS-markt in het dorp. Tegen het plan werd bezwaar ingediend door de eigenaar van het BP station. Zijn pompstation ligt op een steenworp afstand van de bouwlocatie. Het bestemmingsplan zou zijn plannen voor een uitbreiding in de weg staan. De commissie Ruimte boog zich vorige week over een planaanpassing die het bezwaar weg zou kunnen nemen.
door Bert Verver
Bij de supermarkt zal ook een laadstation van FastNed met acht laadpalen gerealiseerd worden. Dit aantal kan met een besluit van het college met nog vier laadpalen extra worden uitgebreid. Binnen het bouwvlak van de supermarkt was het ook mogelijk een zelfstandige horecagelegenheid te vestigen, bedoeld ter vervanging van de frietkraam die nu op het terrein staat. Deze horecabestemming conflicteert met de plannen van de eigenaar van het BP station, die ook een eetgelegenheid wil realiseren. Na intensief overleg tussen de betrokken partijen en de gemeente is overeengekomen dat een aanpassing van het bestemmingsplan kan leiden tot intrekking van het bezwaar, waardoor verdere vertraging van de planuitwerking wordt voorkomen. Door de aanpassing zou de horecabestemming vervallen. Ook de mogelijkheid om het aantal laadpalen uit te breiden zou uit het bestemmingsplan geschrapt kunnen worden. De commissie Ruimte werd advies gevraagd over deze aanpassingen en tevens over de verschuiving van het bouwvlak 3,5 naar het oosten om een conflict met een transportleiding van Oasen te vermijden.
Weinig problemen
De commissieleden hadden in het algemeen weinig problemen met de voorgestelde wijzigingen. Johan Langelaar (ChristenUnie) vroeg zich wel af of het verschuiven van het bouwvlak zou kunnen leiden tot bezwaren van bewoners van de Molendijk. Wethouder Jan Leendert van den Heuvel gaf aan hierover aan het eind van de maand nog in gesprek te gaan. Jan van Rooijen (CDA) was benieuwd of de wijziging van het maximaal mogelijke aantal laadpalen consequenties zou hebben voor de omstreden luifel, maar dat was volgens de wethouder niet het geval. Ook beloofde hij dat het platte dak van de nieuwe super voorzien zou worden van zonnepanelen en dat er voor de frietkram een plaats zou zijn bij de ingang van het vrachtwagenparkeerterrein.
Na de beraadslaging besloot de commissie het voorstel als hamerstuk naar de raad te sturen.
Mobiliteitsvisie
Het opstellen van een mobiliteitsvisie is één van de strategische doelen in het coalitieakkoord. In een tweetal vergaderingen vorig jaar werd het toen gepresenteerde document met de nodige opmerkingen terug verwezen naar het college. Dit keer was dat echter niet het geval en waren de commissieleden vol lof over de aanpak en de overzichtelijkheid van de visie, die naast een compacte samenvatting voorzien was van een wat lijviger achtergronddocument. Volgens de visie is Bodegraven–Reeuwijk een gemeente met twee verschillende kanten en grofweg te splitsen in twee delen: het knooppunt (Bodegraven en Reeuwijk-Brug) en het Groene Hart (alle overige kernen, het plassengebied en het buiten gebied). Deze twee delen hebben elk hun eigen kwaliteiten en uitdagingen. Voorts worden de knelpunten benoemd, daarbij komen onder andere de fietsverbindingen en de smalle wegen problematiek aan de orde maar ook onderwerpen als een slechte bereikbaarheid van bijvoorbeeld het industrieterrein Broekvelden, de parkeerproblematiek en de te hoge snelheden waarmee gereden wordt. Ook worden de effecten van de lokale ontwikkelingen in beeld gebracht zoals de uitbreiding van het aantal woningen en bedrijvigheid, het toenemend recreatieverkeer en de verdubbeling van het aantal terreinen. Daarbij wordt geconstateerd dat het verkeer te maken heeft met een verduurzamingsslag, dat de digitalisering invloed heeft op de typen voertuigen en dat de vergrijzing zijn weerslag vindt in het gebruik van de openbare ruimte.
Vanuit de gepresenteerde analyse wordt ingegaan op stappen die gezet moeten worden om mobiliteit in de toekomst in goede banen te leiden, voor zowel de voetgangers als fietsers als het gemotoriseerde verkeer. Daarbij vormt het behoud van een goede leefbaarheid in de verschillende kernen een belangrijk uitgangspunt.
Verder uitwerken
De nu gepresenteerde visie wordt in de toekomst verder uitgewerkt. Dat bleek uit de beantwoording van wethouder Robin Kersbergen, die duidelijk verheugd was over de goede ontvangst van de visie. Verschillende fracties spaken hun waardering uit over de aandacht voor het fietsverkeer en de problematiek van de smalle wegen in het buitengebied. Merel van Dijk (GroenLinks) vroeg om de vinger goed aan de pols te houden bij het openbaar vervoer en dat niet alleen aan de provincie, als primair verantwoordelijke, over te laten. Jacob Biemond (SGP) stelde vast dat de ambities wel een beetje schuren met de financiële mogelijkheden van de gemeente en pleitte voor de aanleg van een goede fietsverbinding langs het spoor tussen het treinstation in Bodegraven en Zwammerdam. Johan Langeraar (ChristenUnie) vond het pijnlijk dat er geen woord gerept werd over maatregelen voor inwoners met een mobiliteitsbeperking, maar volgens de wethouder waren die maatregelen al opgenomen in de richtlijnen voor de inrichting van de openbare ruimte. Lisbeth Hartogh vroeg aan het slot van de beraadslaging nog aandacht voor het verkeer te water. Nadat de wethouder had beloofd, in het vervolgtraject ook aandacht te besteden aan de laad-infrastructuur (laadpalen) en de pakketbezorging besloot de commissie het stuk als hamerstuk naar de raad te sturen.
Na vaststelling door de raad wordt de mobiliteitsvisie zo spoedig mogelijk vrijgegeven voor inspraak en zienswijzen, het achtergronddocument is ter informatie beschikbaar.
