
Bodegraafse Volkstuin bestaat al 50 jaar
Algemeen Verhalen uit het archiefBODEGRAVEN - De Bodegraafse Volkstuinvereniging vierde op 26 november vorig jaar, haar 50-jarig bestaan met een feestje voor de leden en het uitbrengen van een mooi gedenkboek.
Voor 1972 waren al vele volkstuinen in het dorp te vinden, maar zonder een vereniging die de belangen van leden behartigde. Vooral in tijden van schaarste was een volkstuin waar men zijn eigen groenten kon verbouwen, vaak de manier om het hoofd boven water te houden. In 1917 werd zelfs besloten tot uitstel van de aanleg van de begraafplaats Vredehof, zodat men tijdens de oorlogsjaren bonen en aardappels op die plaats kon verbouwen. Behalve langs de spoorlijn waren er van 1932 tot in de jaren vijftig volkstuinen te vinden langs de nieuw gegraven vijver (Van Dobben de Bruijnstraat).
De Bodegraafse zaadhandel Turkenburg speelde in die jaren ook handig in op de behoefte van mensen om hun eigen groenten en fruit te verbouwen. Turkenburg leverde niet alleen de zaden, maar gaf ook voorlichtingsboekjes uit.
Start van de vereniging
In 1972 stond een klein berichtje in de Bodegraafse krant ‘De Kroniek’: ‘Op vrijdag 17 november zal er een oprichtingsvergadering worden gehouden van een Bodegraafse afdeling van de Volkstuinvereniging. Men wil komen tot een permanente volkstuinvoorziening waar ook meer mogelijkheden zijn. Op de vergadering zal worden besloten of men zal overgaan tot de oprichting van een plaatselijke vereniging en er zal getracht worden om een bestuur te kiezen.’
Tien dagen na de vergadering werd de vereniging opgericht. Medeoprichter en eerste voorzitter was Dirk Boekhorst. Ook Gerrit Van Winkel was een van de oprichters en vele jaren voorzitter van de vereniging.
Toen in 1972 een deel van de proeftuin van de firma Turkenburg verdween, wilde de volkstuinvereniging deze grond van de gemeente huren en starten met een eigen volkstuincomplex. Op 1 februari 1973 stond er een mededeling in De Kroniek dat de volkstuinvereniging een verzoek had ingediend bij de gemeente om een stuk land te krijgen. 35 van de tuinders moesten namelijk binnenkort hun volkstuin - die op particuliere grond was aangelegd - ontruimen. De gemeente was bereid om een weiland dat aan de Koninginneweg lag tijdelijk te verhuren als volkstuin in afwachting van een definitieve bestemming. Er mochten daarom geen opstallen worden opgericht. Ook moesten de huurders lid zijn van de vereniging. De huurprijs voor 1973 bedroeg 7,50 gulden per are.
De onderhandelingen met de gemeente hadden succes. De gemeenteraad keurde het plan goed, waarbij raadslid De Vos nog pleitte voor een permanente vestiging waar de tuinders ook opstallen zouden kunnen bouwen en eventueel de weekends door konden brengen. Op 8 februari stond er weer een berichtje in De Kroniek: dat men zich kon opgeven voor een volkstuin bij mevrouw Nemeth (penningmeester) en de heren W. Nap (secretaris) en E. de Groot. Wel moest men door uitbreiding een andere tuin zijn kwijtgeraakt. Het bouwen van tuinhuisjes en kassen is nog steeds officieel niet toegestaan, omdat het in strijd is met het bestemmingsplan. Toch heeft bijna elke tuin wel opstallen, weliswaar op eigen risico.
Later volgde nog een groter terrein aan de westkant, waarna men ruimte had voor 155 tuinen.
Paniek over voortbestaan
In 1993 was er even paniek, omdat er in het kader van landinrichting sprake was van de aanleg van een natuurgebied en een recreatiepad ten noorden van Bodegraven. Als de plannen door gingen, zou het oostelijke deel van de volkstuinen verdwijnen en het westelijke deel breder en korter worden.
In augustus van dat jaar trok het bestuur van de vereniging aan de bel met een interview in het Bodegraafs Nieuwsblad. Voorzitter Anne Oosterwijk, secretaris Klaas Doornekamp, secretaris Gerrit van Winkel en tuinders Evert Bode en Gerrit Oosterbeek stonden hierbij op de foto. Gelukkig konden in goed overleg met de gemeente de tuinen toch behouden blijven. Wethouder Koos Karssen kwam zelf naar de tuin om het heuglijke feit mede te delen. Men besloot langs de oostzijde van het volkstuincomplex in het verlengde van het Bodegraafse Bos een recreatief wandelpad aan te leggen. Het pad moet naast een recreatieve functie ook als afscherming dienen van de volkstuinen. Dit plan werd niet direct uitgevoerd, maar is in 2009 wel gerealiseerd met het Veldzichtpad.
In 2001 is het weer even spannend. Er worden plannen gelanceerd om de Koninginneweg op te knappen, flats te slopen en nieuwe te bouwen. Daarbij denkt men ook aan een parkachtig gebied ten noorden van de Burgemeester Kremerweg met waterpartijen, bruggetjes, rietlanden en bossages. De vereniging vreest weer dat de tuinen het slachtoffer worden. Gelukkig gaat dit plan voor een parkachtig gebied niet door en kan men weer rustig tuinieren.
Verbeteringen in de laatste jaren
Door de jaren heen is er steeds veel belangstelling geweest voor de volkstuinen. Vooral in tijden van crisis en schaarste staan belangstellenden vaak enige tijd op een wachtlijst. Behalve het voordeel van eigen verbouwde groenten en fruit is ook het sociale contact voor vele volkstuinders belangrijk. Naast de rijen bonen en aardappels zijn er bovendien ook tuinders die van hun stukje grond kleine paradijsjes maken voor de recreatie. In 1993 telde de ‘Volkstuin en recreatievereniging’ 156 leden.
Nu heeft de Volkstuin en recreatietuin een eigen clubhuis en sinds 2007 een eigen clubblad en een eigentijdse website. Er is weer een wachtlijst, omdat nog steeds vele Bodegravers het leuk vinden om of en toe in de grond te spitten en te genieten van de sociale contacten. Naast 65-plussers zijn er steeds meer jongere dames die met veel plezier een tuintje beginnen. Ook is de samenstelling multicultureler geworden.