
Belangrijke rol voor het Rode kruis in vorige eeuw
Algemeen Verhalen uit het archiefZowel bij de BB (Bescherming Bevolking) als tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft het Rode kruis een belangrijke rol gespeeld in Bodegraven-Reeuwijk.
door Cock Karssen
Op 18 juli 1934 werd de plaatselijke afdeling Bodegraven-Zwammerdam opgericht door arts S. Beye. Men startte als EHBO-groep met tien mensen, maar al snel sloot men zich aan bij het Rode Kruis. Beye was niet alleen colonnecommandant, maar ook voorzitter. Later werd het voorzitterschap overgenomen door H.E. La Gro, die deze functie meer dan 25 jaar heeft vervuld. Zijn zoon J.A. La Gro nam het stokje van zijn vader over. Andere mensen van het eerste uur waren J.H. van de Vlist, die de financiën beheerde; P. Domburg, de secretaris; en H.L. van Bunningen en J. Wiepking.
De plaatselijke afdeling van het Rode Kruis was in het begin de grootste van Nederland, met twee ambulances, die voor ongevallen in de wijde omgeving werden ingezet.
Oorlogstijd
Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het werk van de organisatie steeds belangrijker. Direct al bij de eerste bombardementen in de omgeving van de Rijksweg en bij Zwammerdam moesten de leden met gevaar voor eigen leven uitrukken. Omdat de ziekenwagen al snel door de bezetters gevorderd werd, bouwde men twee vrachtwagens om tot ambulances. Helaas werden deze later ook in beslag genomen. Het ziekenvervoer naar het Goudse ziekenhuis werd toen geregeld door W. van Aalst met paard en wagen.
De colonne werd niet alleen ingezet bij het bergen van slachtoffers op de Rijksweg. Na bombardementen, bij het ongeluk met Canadese vliegtuigen aan de Noordzijde en bij de neergestorte vliegtuigen in de Reeuwijks polders heeft men ook veel burgers geholpen die in nood waren. In de Hongerwinter heeft men vele kinderen tussen 3 en 6 jaar voorzien van extra voeding en ook schoolkinderen kregen via de Centrale keuken met hulp van het Rode Kruis extra eten. Ook de bloedtransfusie en het postvervoer naar mensen die in het buitenland waren tewerkgesteld en naar Indië waren in handen van de organisatie. Na de bevrijding heeft men samen met arts C. Van Beek ook diverse concentratiekampen in Duitsland bezocht om slachtoffers op te halen.
Watersnoodramp
Na de intense periode van de Tweede Wereldoorlog kwam de Rode Kruis-colonne weer in wat rustiger vaarwater terecht. Men bleef echter oefenen om de hulpverlening optimaal te houden. Bij landelijke wedstrijden tussen de verschillende korpsen werd een Bodegraafse ploeg in 1948 uitgeroepen tot het beste team van Nederland!
Enkele jaren later, in 1953, werd het korps landelijk ingezet bij de grote watersnoodramp die Zuid-Holland en Zeeland had getroffen. In ’De Kroniek’ werd uitgebreid verslag gedaan over de hulpverlening van het korps: ‘In de nacht van donderdag op vrijdag is de Bodegraafse colonne van het Rode Kruis teruggekeerd van een tocht van vier dagen naar de overstroomde gebieden. Onze mensen zijn dagen niet uit de kleren geweest en hebben weinig of niet geslapen. Ze waren moe maar voldaan, omdat ze hebben kunnen helpen bij de onbeschrijflijke ellende in de getroffen gebieden.’
De Bodegraafse afdeling van het Rode Kruis was later ook betrokken bij de hulpverlening na de overstromingen in Tuindorp-Oostzaan.
Een eigen oefenlokaal
In Bodegraven zelf was men al jaren bezig om ook de jeugd voor het werk van het Rode Kruis te interesseren. Na diverse vergeefse pogingen lukte het in 1960 om een eigen jeugdploeg op te richten. Mevrouw Stolwijk, die onderwijzeres aan de rooms-katholieke meisjesschool was, had de leiding over deze nieuwe ploeg. In datzelfde jaar kreeg de organisatie de beschikking over een nieuw oefenlokaal. De oude, gammele gymzaal van de openbare school aan de Kerkstraat kwam ter beschikking en werd voor veel geld verbouwd tot een schitterend oefenlokaal.
Van Waveren
Commandant Van Waveren was een man die zich vanaf het begin tot zijn afscheid in 1969 volledig heeft ingezet voor zijn korps. Niet alleen heeft hij met zijn collega’s tijdens de oorlog vijftig doden geborgen, waarbij hij vaak in levensgevaarlijke situaties terecht kwam, ook de voedselvoorziening aan schoolkinderen en de reizen naar de concentratiekampen in 1945 waren soms levensbedreigend. Ook na die periode was Van Waveren degene die bij een ongeluk in Bodegraven meestal als eerste aanwezig was. Samen met Annie Honout heeft hij vele mensen eerste hulp verleend.