Kleding is Stefanies meest verkochte item. “Ik krijg het in heel nette conditie binnen, met vuilniszakken tegelijk, ook dure stukken van linnen of kasjmier. Achter de toonbank staan de stapels die gewassen zijn en goedgekeurd voor de winkel. Maar ik kan het gewoon niet kwijt!”
Kleding is Stefanies meest verkochte item. “Ik krijg het in heel nette conditie binnen, met vuilniszakken tegelijk, ook dure stukken van linnen of kasjmier. Achter de toonbank staan de stapels die gewassen zijn en goedgekeurd voor de winkel. Maar ik kan het gewoon niet kwijt!”

Kringloopwinkel De Zevende Diamant vertrekt: ‘Als het lukt, kom ik gauw weer terug!’

Human Interest

BODEGRAVEN - Kringloopwinkel De Zevende Diamant verdwijnt uit Bodegraven. Na twee jaar loopt het huurcontract van Stefanie Cozijnsen af. Ze baalt er flink van. “Ik zit hier zo naar mijn zin. Bodegraven heeft mij heel warm ontvangen.”

10.00 uur, de winkel gaat open. Stefanie en haar man zetten hun een busje voor de deur. “De nieuwe inbreng voor de winkel,” legt Stefanie uit. Vanaf het moment dat de deuren opengaan, komen er mensen langs. Ze zeggen gedag of blijven even staan voor een praatje. Er wordt veel gelachen. Stefanie laat de klanten even aan haar man over. “Het is een normale drukte voor een zomerse dag. Nu met corona beperken we het aantal bezoekers wel met kaartjes - niet iedereen kan een mandje vasthouden - maar iedereen vergeet die weer in te leveren. Vorige week gingen er tweehonderd doorheen.”

Warm welkom
“Ik vind het erg jammer dat ik weg moet,” vertelt Stefanie. Ze zat goed op haar plek in Bodegraven. De sfeer was vanaf dag 1 veel beter dan op haar vorige locatie in Zevenhuizen. “Alle buren kwamen zich voorstellen om me welkom te heten in de straat. En waar dat normaal een paar maanden duurt, kwamen mensen hier gelijk vanaf de eerste dag hun spullen brengen. Het viel nog niet mee om die ook allemaal kwijt te kunnen, want ik ging van 5000 naar 650 m2. Ik heb er een jaar over gedaan om mijn voorraad van Zevenhuizen weg te werken.”

Langskomen om te snuffelen
Een kringloopwinkel is een bijzonder type winkel, vindt Stefanie. Vroeger kwamen hier vooral antiekhandelaren en de minder bedeelden. Nu komen alle lagen van de maatschappij in de winkel. "Jongeren komen voor oude kleding, die nu weer mode is. Starters zoeken allerlei verschillende kopjes en kastjes bij elkaar. Opa’s en oma’s komen voor een praatje of zijn op zoek naar iets uit hun jeugd.”

De bezoekers zien de winkel als een uitje, niet als plek om doelmatig iets te kopen. “Mijn klanten hoeven niks. Ze komen gewoon snuffelen en hopen dat ze iets leuks tegenkomen. Regelmatig voel ik dat iemand uiteindelijk eigenlijk alleen iets koopt, omdat die zo lekker heeft kunnen rondkijken. ‘Ik kon toch nog wel een saladeschaaltje gebruiken,’ zegt zo iemand dan. Ik vind dat prachtig.”

Alles aannemen
Er was duidelijk behoefte aan Stefanies kringloopwinkel, zowel vanuit de snuffelaars als vanuit de schenkers. De inbreng liep zo goed dat ze op sommige dagen niet eens aan het opruimen van alle nieuwe spullen toekwam. “Ik heb de meeste bezochte winkel in de straat naast Kruidvat. In korte tijd ben ik dé Kringloop van Bodegraven geworden,” zegt ze trots.

Dat komt misschien ook door haar inbrengbeleid: ze neemt álles aan. “Mensen lopen naar binnen, zetten een boodschappentas voor me neer en ik kijk niet eens wat erin zit. Sommige kringloopwinkels keuren de spullen en sturen je weer naar huis met de restjes. Ik vind dat ondankbaar. Als iemand je zijn of haar spullen gunt, moet je die niet weigeren. Daarbij krijg ik heel weinig ‘afval’. Mensen zien dat ik nette spulletjes verkoop en dan bieden ze ook nette spullen aan.”

Op zoek naar nieuwe locatie
Maar als de kringloopwinkel zo goed liep en Stefanie het zo naar haar zin had, waarom gaat ze dan weg? “Het is simpel: ik kon niets anders vinden. Ik had een huurcontract van twee jaar en dat liep af. Het is nog wel met een paar maanden verlengd, maar de eigenaar wil in dit pand appartementen bouwen.”

Die wens sluit aan bij het gemeentebeleid voor het centrum. Alle retail moet binnen het kernwinkelgebied terecht komen en daar valt dit pand net buiten. Verhuizen is echter geen optie voor Stefanie, want de vrijstaande panden binnen dat gebied zijn te klein. “Op zo’n 50 m2 kan ik de nieuw gebrachte spullen niet eens kwijt!”

Zelfs een gesprek met wethouder Inge Nieuwenhuizen leverde geen oplossing op. “Ik heb voorgesteld om voor een jaar naar de Droomfabriek te gaan, de oude Prinses Beatrixschool, die binnenkort wordt gesloopt vanwege leegstand, of om in de buitenrand te gaan zitten, maar ook dat mocht niet. De wethouder zei: ‘We zijn heel blij met je, maar we kunnen geen uitzondering maken.’ Dat snap ik ook wel. Toch vind ik het zonde; een beetje voor mezelf, maar vooral voor Bodegraven. De winkel is echt van het dorp voor het dorp. Ik ben niets zonder de mensen die hun spullen komen brengen.”

Maatschappelijke functie
Stefanie had gehoopt dat het maatschappelijk belang van haar winkel de gemeente over de streep zou trekken. “Ik zou mijn sociale functie graag uitbreiden, zodat mensen in de winkel kunnen komen breien, lezen, naaien of puzzelen. Misschien zelfs door een verhuizing naar het Evertshuis, nu die in zwaar weer zit.”

De kringloop sluit ook aan bij de duurzaamheidsambities van de gemeente, hoewel ze daar nog wel een kritisch puntje heeft: “Bodegraven-Reeuwijk is de enige gemeente die ik ken die geen kringloopcontainer bij het afvalbrengstation heeft staan. Ik heb nog aangeboden om een eigen container neer te zetten met eigen personeel, maar zelfs dat mocht niet. Ik snap het niet. Waarom weggooien als je ook kunt hergebruiken?”

Tot ooit?
Per september vertrekt Stefanie naar Leiden. Daar gaat het leven van De Zevende Diamant verder. “Ik zou best ergens anders aan de slag kunnen,” geeft Stefanie toe. “Ik studeer bijvoorbeeld ook advocatuur. Maar ik houd van het kringloopwerk, van de beloning van een blij gezichtje als iemand iets moois heeft gevonden.”

Nog één keer prijst ze de gemeenschap die haar in Bodegraven heeft opgenomen. “Mensen leefden hier echt met me mee en ze hebben me zoveel gegund. Ze zagen hoe hard ik mijn best deed om in mijn eentje die grote winkel te beheren, hoe de puinhoop van vandaag morgen opgeruimd was. ‘Je hebt hard gewerkt, meissie,’ zeiden mijn klanten dan. Die waardering is veel waard.”

Om de binding te houden met het dorp, zal Stefanie een plek inrichten waar Bodegravers nog steeds hun spullen kunnen inleveren. “En als het lukt, kom ik gauw weer terug met de winkel!”

Tekst en beeld: Key Tengeler

Een diamant voor iedereen
De kringloopwinkel van Stefanie heet ‘De Zevende Diamant. Hoe komt ze aan die naam? “Ik startte in Zevenhuizen, dus het moest iets met ‘zeven’ worden,” lacht ze. “En de diamant staat voor ene voorwerp dat je tussen de spulletjes vindt dat voor jou heel bijzonder is. Toen ik net begon kwamen twee eind-tachtigers de winkel binnen om te snuffelen. Tussen alle ‘rotzooi’ vonden zij een vorkje van een babyservies. Het was precies het vorkje dat ze 35 jaar eerder kwijt waren geraakt tijdens een verhuizing. Het zette hun wereld op zijn kop. Ze waren zelfs zo in de war dat ze het vorkje na het betalen vergaten mee te nemen en ze de volgende dag terug moesten komen. Dat vorkje was hun diamant.”

Advertentie

Categorieën