Toekomst Ondernemersfonds blijft nog onzeker

Politiek

Bodegraven-Reeuwijk

Tijdens de inspraakraad van 8 september was al gebleken dat er binnen ondernemerskringen geen eenduidige mening was over het nut en noodzaak van het ondernemersfonds ‘Ons Fonds’. Nu bleek tijdens de vergadering van de commissie Bestuur & Financiën vorige week dat ook de fracties op basis van het uitgebrachte evaluatierapport nogal genuanceerd tegen de toekomst van het fonds aankeken. Tot een eenduidige mening kwam het niet en na de toezegging van wethouder Inge Nieuwenhuizen om nog wat aanvullende gegevens te leveren, wordt de discussie vanavond in de raad voortgezet.

door Bert Verver

De positie van de agrarische bedrijven binnen het fonds (wel betalen, geen baten) woog zwaar in de discussie, en verschillende fracties stelden voor te onderzoeken of het fonds beëindigd zou kunnen worden om, in plaats daarvan, in de succesvolle gebieden verder te gaan met een BIZ (Bedrijven Investeringszone). De ondernemers in de drie (van de twaalf) trekkingsgebieden van Ons Fonds die weinig heil zien in het fonds, hoeven dan geen lasten meer te betalen. Dat geldt ook voor de agrarische bedrijven, die momenteel gemiddeld zo’n 200 euro per jaar aan het fonds betalen. Deze bedrijven kregen het geld eerst via een restitutieregeling terug, maar door een gerechtelijke uitspraak is dat niet meer toegestaan. Overigens was het merkwaardig dat geen van de commissieleden in herinnering bracht dat Ons Fonds mede was ingevoerd, omdat de invoering van de BIZ op het bedrijventerrein Zoutman na tumultueuze discussies in 2011-2012 een stille dood was gestorven.

Niet verplichten

Als eerste spreker onderkende Reinoud Doeschot (GroenLinks) dat het fonds positieve impulsen had opgeleverd, maar hij lanceerde gelijk het idee om op termijn te stoppen en te onderzoeken of de invoering van een BIZ mogelijk is. Hij zette daarmee de koers uit waarin een aantal fracties mee leken te gaan. Johannes Mattiesing (SGP) vond dat het fonds in de bijna 8 jaar van het bestaan zijn waarde had bewezen, maar wilde van het college nog wel horen hoe de problematiek van de agrarische sector en de sportverenigingen kan worden opgelost. Hij stelde in tweede termijn voor het ondernemersfonds met 2 jaar te verlengen, maar geen heffingen meer op te leggen. Het fonds zou dan nog wel de aanwezige reserves op kunnen maken.

Namens D66 zag Bas Otting ook het belang van het fonds voor het hele ondernemersklimaat, maar hij stelde vast dat baten en lasten niet voor iedereen in evenwicht konden zijn. Wel was hij van mening dat ook de kleinere ondernemers beter bij het fonds moeten worden betrokken. Remco Tijssen (BBR) stelde dat zijn partij altijd voorstander was geweest van het fonds, maar dat hij zich kon vinden in een onderzoek of de invoering van de BIZ mogelijk zou zijn. Hij riep echter wel op die route goed te onderzoeken en daar de tijd voor te nemen. Nico de Heij (CDA) stelde onomwonden dat wat hem betreft het fonds moet stoppen, ondanks dat het op sommige punten succesvol is geweest. Het terugbrengen van de heffing van 64 naar 40 euro leverde in de ogen van zijn fractie voor de agrarische sector te weinig op en daar lag voor hem duidelijk het grote knelpunt.

Worsteling

Wethouder Inge Nieuwenhuizen gaf in haar beantwoording aan dat het ook binnen het college een worsteling was geweest om tot een advies te komen. Zij stelde vast dat ‘Ons Fonds’ uit de kinderschoenen was gegroeid, succesvolle projecten had uitgevoerd en tot een betere samenwerking, ook in de regio, heeft geleid. Zij meende dat er voldoende gesprekken met de agrarische sector waren gevoerd om die problematiek op te lossen, maar dat dat er niet gemakkelijker op geworden was toen de restitutieregeling werd geschrapt. Ze wilde in brede zin bekijken hoe de betrokkenheid bij ‘Ons Fonds’ kan worden vergroot, waarbij ook kan worden gekeken of een vertegenwoordiger van de LTO in het bestuur plaats kan nemen om de lijnen korter te maken. Het is een optie om een afzonderlijk trekkingsgebied voor de agrarische sector in te stellen, maar zij wees erop dat al eerder de keus was gemaakt om dat niet te doen en dat toen is besloten de agrariërs aan te laten sluiten bij bestaande trekkingsgebieden. Ook gaf zij de commissieleden mee dat, in het geval de raad zou besluiten niet verder te gaan met het ondernemersfonds, de afbouw geleidelijk moet plaatsvinden. In die tijd kan dan ook de mogelijkheid van de BIZ worden onderzocht.

Het voorstel van Johannes Mattiesing om de besluitvorming uit te stellen in afwachting van nog wat aanvullende informatie die door de wethouder was toegezegd, haalde het niet, zodat de discussie in de raad wordt voortgezet.

Advertentie

Categorieën