Woningmarkt. Beeld: pexels.com
Woningmarkt. Beeld: pexels.com

Meer voorrang voor eigen inwoners op woningmarkt

Politiek Human Interest Politiek

BODEGRAVEN-REEUWIJK - 25 juni loopt de huisvestingsverordening af. Dit is voor een gemeente een belangrijk instrument om de schaarse woonruimte in de sociale en middeldure sector te verdelen. De verordening is in samenspraak met buurgemeenten Gouda, Waddinxveen en Zuidplas geëvalueerd en geactualiseerd. In Bodegraven-Reeuwijk krijgen eigen inwoners voortaan meer voorrang op de woningmarkt.

door Bert Verver

Bij de actualisatie van de huisvestingsverordening is onder andere gebruik gemaakt van de expertise van de woningcorporaties die in de betrokken gemeenten werkzaam zijn. In onze gemeente heeft ook de Adviesraad Sociaal Domein een belangrijke bijdrage geleverd. De wijzigingen zijn op sommige punten alleen aanscherping van de tekst, maar er zijn ook nieuwe elementen in de verordening opgenomen. Zo is bepaald hoe om te gaan met ‘spoedzoekers’ die door uitzonderlijke situaties op zoek moeten naar onderdak en niet passen in de gebruikelijke criteria voor urgentie. 

Nieuw in de verordening is ook dat Bodegraven-Reeuwijk ervoor kiest om, in afwijking van de andere gemeenten, het percentage woningzoekers dat voorrang krijgt bij nieuwbouw middenhuur- en nieuwbouw betaalbare koopwoningen te verhogen van 25 naar 50 procent. Dat betekent dat woningzoekenden uit de betreffende dorpskern voorrang kunnen krijgen op de kandidaten uit een andere gemeente.

Gereedschapskist

Bij de behandeling van de verordening in de commissie Ruimte vorige week bleek al snel dat de commissieleden in grote lijnen mee konden gaan met het voorstel. Kees-Willem van Os (VVD) constateerde dat de positie van jongeren belangrijker wordt gemaakt en Hennie Castelein (BBR) stelde vast dat het om een waardevolle bestuurlijke gereedschapskist ging, die echter de woningschaarste niet zou oplossen. Zij stelde daarom voor om te kijken of er creatieve oplossingen zijn om de woningmarkt te verlichten, zoals stimulering van doorstroming van groot naar kleiner wonen zonder verhoging van de woonlasten en woningsplitsing. Verschillende commissieleden maakten zich zorgen over het verwachtingen die bij woningzoekenden zouden kunnen ontstaan over bijvoorbeeld de wachttijden en vroegen het college van B en W dat goed te managen.

Woningverdeling

In zijn beantwoording benoemde wethouder Dirk-Jan Knol dat er naast de huisvestingsverordening meer instrumenten zijn om de woningmarkt te sturen, zoals de Woonvisie en de doelgroepenverordening. Hij vermeldde daarbij dat er voor asielzoekers en statushouders aparte regelingen gelden. Hij noemde het best ingewikkeld om de schaarse woningen op een goede manier te verdelen. 

De wethouder probeerde daarbij ook de mythe door te prikken dat ‘alle woningen naar statushouders en urgenten’ gaan. Uit zeer recente cijfers blijkt dat er van de ongeveer 170 woningen die er in de sociale sector vrij kwamen 29 zijn gegaan naar woningzoekenden met een urgentieverklaring en 28 naar statushouders. Daarnaast blijft er 15 procent vrije toewijzingsruimte over voor mensen die tussen het wal en het schip dreigen te raken. Naar die groep zijn 5 woningen te gegaan. Naar aanleiding van een vraag van Reinoud Doeschot (GL) of het logisch was dat bij een echtscheiding beide ouders een urgentieverklaring krijgen, gaf de wethouder aan dat dat gebaseerd was op een eerder besluit van de raad en dat van die mogelijkheid slechts zelden gebruik werd gemaakt, omdat meestal een van de ouders in de oude woning blijft wonen.

Met de belofte van de wethouder dat hij ruim aandacht zal besteden aan goede communicatie over de woningtoewijzing en de wachttijden die daarmee samenhangen, constateerde de commissie dat het stuk zonder verdere discussie in de raad kan worden vastgesteld.

Advertentie

Categorieën