Hans Verkleij neemt na 40 jaar afscheid van de brandweer.
Hans Verkleij neemt na 40 jaar afscheid van de brandweer. Foto: Marlien van Leeuwen

Vrijwillige brandweerman Hans Verkleij: ‘De tijd van gaan is gekomen’

Human Interest

REEUWIJK -  Het is een tik, vrijwilliger zijn bij de brandweer. Het is de brandhaard vinden voor hij jou gevonden heeft. Maar bovenal ben je bij de brandweer om te helpen in benarde situaties. Jouw komst doet ertoe, van de omgevallen bomen bij een zware storm, een zwaar auto-ongeluk, de uitslaande brand tot en met de kat in de boom aan toe. Als brandweerman ben je getraind om als eerste ter plaatse te zijn, de boel te stabiliseren en veilig te stellen.

door Marlien van Leeuwen

Na 40 jaar gediend te hebben bij de Reeuwijkse brandweer stopt Hans Verkleij. Met weemoed, zo verraadt zijn gedrevenheid als hij over de werkzaamheden en het korps praat. Maar hij is stellig in zijn overtuiging dat je eens moet stoppen, met als grap erachteraan: “Vóór je hier in de kantine van de brandweer met de rollator binnenkomt.”

Opgeschaald regenpak

Na 10 jaar van avondstudies is Hans opgeklommen tot postcommandant van de Reeuwijkse brandweer. Maar voor het zover was, had hij zich toch vooral laten aansteken door het brandweervirus via zijn jongere broer André. Hans haalt de herinnering op hoe hij op gympen zijn eerste brand onder controle hielp krijgen: “Samen met André kwam ik in de avond op de fiets vanuit Bodegraven toen we grote rookwolken boven het plassengebied zagen. Daar moest André naartoe! Er waren nog geen mobieltjes, dus was het min of meer raden waar we moesten zijn. We zijn achter de surfplas rondgefietst en kwamen zo bij de Lecksdijk, waar de hooiberg in broei stond met op dat moment die grote rookontwikkeling. Ik was nog niet officieel aangesteld, maar mocht toch meehelpen. Graag zelfs, want bij hooibroei kan ineens een enorme vuurzee ontstaan. Achterin de brandweerwagen lag nog een oud bluspak, zeg maar een opgeschaald regenpak en een oude helm, bekend onder de naam ‘ijzeren potje’. Daarin heb ik tot laat in de nacht op mijn gympies staan sjorren aan dat hooi in de hooiberg.”

Postcommandant van Reeuwijk

Na allerlei verschillende examens voor de verschillende rangen in de brandweer doorlopen te hebben, heeft Hans Joop van Reeuwijk opgevolgd. “Er waren geen anderen die die plek ambieerden. Daarbij woonde en werkte ik in Reeuwijk én ik houd ervan om zaken te regelen.” Die ‘zaken’ verder blijken te gaan dan het aansturen van het Reeuwijkse korps. Hans overlegt met verschillende (regionale) instanties en het college van B en W van de gemeente. Zo maakt hij zich al jaren hard om de brandweerzorg van het plassengebied op orde te krijgen.

Van boom over de weg tot kat in de boom

De taken van de brandweer zijn meer dan het bluswerk alleen. Hans: “We zagen bijvoorbeeld door storm omgewaaide bomen af, zodat de weg weer vrij is voor het verkeer. Soms trekt een boom de bovengrondse elektriciteitsdraden mee, waarna ze op de weg liggen te knetteren. Dan schalen we op naar de elektriciteitsbedrijven en zorgen onderwijl dat iedereen op afstand blijft, want veiligheid gaat voor alles.”

Dankij de ladderwagen is de brandweer ook de enige die makkelijk bij een kat kan komen die veel te hoog de boom in is geklommen. “Mijn mooiste kattenverhaal: de kat had de hele dag in de stromende regen in het topje van de boom gezeten, totaal doorweekt. Of we wilden komen. Met twee man ga je dan in ‘de korf’, dat bakje in de top van de kraan. De één bedient het paneel van de korf, de ander vangt de kat. Vlak voor we bij die kat waren, nam hij een paar grote sprongen en kwam ongedeerd beneden.”

Groepsgevoel

Hoe gaat het in zijn werk? Met zes, zeven man rukt de brandweer zo snel mogelijk uit. “Je bent afhankelijk van elkaar. Jouw veiligheid ligt mede in de handen van je collega’s. Daar ben je je van bewust en daar trainen we op. Ook moet de operatie zo snel mogelijk geklaard zijn om het gevaar zo snel mogelijk te beteugelen. Lukt dat niet, dan schalen we op met nog weer zeven man. Dat kunnen we dan nog één keer binnen ons korps doen en anders schakelen we hulp in van buitenaf.” Dat kan ook zijn door specialisten te bellen voor hun input. “Soms wil een brand maar niet uitgaan en kan een nieuwe blik de oplossing bieden. Overigens,” besluit Hans nuchter zijn gedreven verhaal, “iedere brand gaat uit. Of door ons, of vanzelf.”

Achteraf wordt nagepraat in de kazerne, want de brandweer wordt soms geconfronteerd met ronduit schokkende situaties. “Die situatie bespreken we stap voor stap in de kazerne. Samen met degene die erbij betrokken waren herbeleef je de situatie nog een keer beeld voor beeld, maar dan in een veilige omgeving. Ondanks dat het een mannenwereld is - helaas hebben we maar één dame - kunnen alle emoties er zijn.” Hans vergelijkt elk incident met een dossier dat je in je kast opruimt. “Zo komen alle ervaringen bij elkaar. Als je weer in zo’n ernstige situatie bent, herken je die. Dan is het makkelijker relativeren. Het maakt je sterker.”

Wifi en andere moderne snufjes

De uitrusting van de brandweer is in de loop der jaren flink veranderd. Het ijzeren potje is inmiddels een helm met een oortje waarmee de brandweermensen met elkaar kunnen communiceren tijdens de inzet. Het bluspak is in niets meer te vergelijken met dat regenpak van toen. Wifi in de auto’s maakt dat we onderweg relevantie informatie kunnen opzoeken om ter plaatse efficiënter te werken. “We kunnen op weg een zwaar auto-ongeluk bijvoorbeeld al opzoeken waar de zwakke plekken van die auto zitten. Zo komen we goed voorbereid ter plaatse en kunnen we beknelde personen sneller bevrijden.”

Een ander technisch snufje is de warmtebeeldcamaera. “Door de rookontwikkeling in een woning of pand zie je geen hand voor ogen en kan het dus echt zoeken zijn naar de brandhaard. Een warmtebeeldcamera stelt ons in staat om de brandhaard snel te vinden. Hoe sneller je die gevonden hebt, hoe beter je erger kunt voorkomen. Soms kom je onverwachte zaken tegen waar je niet op voorbereid bent en kun je alleen nog puinruimen.”

Eind december

Inmiddels is Hans al voor de laatste keer uitgerukt. De socials stonden vol van de kat die dankzij Hans weer uit de boom kon. Hans rukt niet meer uit: “De laatste maanden gebruik ik echt voor de afhandeling van lopende zaken en de overdracht naar de nieuwe postcommandant. Nee, er is nog geen opvolger bekend.” Maar de tijd van gaan is wat Hans Verkleij betreft écht gekomen.

Hans Verkleij: "Het groepsgevoel ga ik zeker missen."